Niet alleen Stanley Kubrick leefde net niet lang genoeg om de première van zijn laatste film, Eyes Wide Shut, rechtop mee te maken. Ook Friedrich Wilhelm Murnau, de filmpionier die voor de cinema historische dingen deed in Sunrise en Der Letzte Mann en iconische beelden schoot in Nosferatu: Eine Symphonie des Grauens, schoot een weekje tekort om Tabu, zijn laatste ademtocht op pellicule, op het grote scherm te zien. De Portugese regisseur Miguel Gomes brengt een dikke tachtig jaar later een weinig subtiele hommage aan Murnau’s laatste werk, en hij deed dat zo goed dat hij op het Filmfestival van Gent meteen de hoofdvogel afschoot, vóór kleine meesterwerkjes als La Cinquième Saison en Spanien, en voor topfavoriet Kid. Vier maanden later is van die hoofdprijs niet bijster veel meer te merken: de nieuwe Tabu kende een zeer beperkte release met enkel een aantal vertoningen in enkele kleinere bioscopen. Toch een klein beetje zonde, vinden wij, want ook na een tweede visie blijft Gomes’ eigenzinnig eerbetoon stevig overeind staan.
Want, laat ons dit nog even duidelijk maken: de Portugese cineast heeft géén remake gemaakt van Murnau’s film. Wel heeft hij de tweeledige structuur van de oude Tabu overgenomen: in 1931 heetten de twee hoofdstukken “Paradise” en “Paradise Lost”, in 2012 is het net omgekeerd. In “Paradise Lost” maken we kennis met Pilar, een Portugese vrouw van middelbare leeftijd die een klein appartementje in Lissabon betrekt. Ze probeert voor iedereen goed te doen, vooral voor haar buurvrouw Aurora, een bejaarde vrouw die haar geld vergokt, deels in het verleden leeft en haar zwarte huishoudster Santa verdenkt van voodoopraktijken. Wanneer Aurora het tijdelijke voor het eeuwige heeft ingeruild, vertelt Gian Luca, een oude kennis van haar, aan Pilar en Santa en vooral aan ons het tweede deel, “Paradise”. Daarin blijkt dat Aurora vijftig jaar eerder een ravissante jongedame was die in een Portugese kolonie in Afrika woonde, aan de voet van de Tabuberg, en er zich in haar vrije tijd mee bezig hield groot wild neer te schieten, een krokodil als huisdier te houden en een passionele affaire te beleven met de jonge Gian Luca, een avonturier met het fijn gestileerde snorretje op de juiste plaats.
Helemaal aan het begin van de film zit er echter een bevreemdende proloog, over een avonturier met een gebroken hart die zich moedwillig in een Afrikaanse rivier stort om er de honger van de krokodillen te stillen. Met de rest van het verhaal heeft die proloog weinig te maken, maar de essentiële gedachte van de film zit er wel in vervat: niet alleen keert hij op vormelijk vlak tachtig jaar terug in de tijd – klassiek 4:3 beeldformaat, 16mm-pellicule, zwart-wit, en op de vertelstem na geen gesproken dialoog – hij benadrukt ook de noodlottige idee die achter de plot schuilgaat en de bepalende rol die de verteller, en bij uitbreiding ook de regisseur (de vertelstem is immers die van Miguel Gomes zelf) spelen bij het weergeven van de feiten. En, niet onbelangrijk, de bevreemdende en, bij gebrek aan een beter woord, sprookjesachtige toon van Tabu is meteen gezet.
Het is dan ook in het tweede, meer exotische gedeelte van de film dat de eigenzinnige kwaliteiten van Gomes en zijn werk naar boven komen. In wat in essentie weinig meer is dan één langgerekte flashback, toont Gomes ons een wonderlijk en inventief stukje cinema. De beperkingen die hij zichzelf oplegt – het volledige uur wordt in voice-over door Gian Luca verteld, zonder een enkele dialoog van de personages – pareert Gomes met een geweldig creatief gebruik van de filmische middelen. Vooral met het geluid heeft de Portugees zich zichtbaar – nu ja, hoorbaar – geamuseerd: net zoals in Chaplins City Lights en in de Monsieur Hulotfilms van Jacques Tati vormen achtergrondgeluidjes, die variëren van kabbelend water over ritselend gras tot geweerschoten en een Spaanse opvoering van The Ronettes’ “Be My Baby” en extra benadrukt worden door de klankloze conversaties die de personages ondertussen met elkaar voeren, bijna een verhaal op zich.
Want dat is Tabu boven alles: een verhaal, een reeks feiten die door de verteller en de regisseur op geheel eigen wijze met elkaar in verband worden gebracht en met het nodige oog voor detail worden ingekleurd. Gian Luca besteedt in zijn voice over veel aandacht aan nutteloze, komische details, zoals de passie voor Frans boksen van een verder totaal onbelangrijk nevenpersonage, of de vangst van een onbekend wild dier dat aan een Arabische kalief wordt verkocht; Miguel Gomes heeft dan weer vooral oog voor de authenticiteit van cinema, door zijn eerste deel op klassieke 35mm film te filmen, en het tweede op 16mm, en door verder zijn beelden in een prachtig zwart-wit uit te balanceren. Let trouwens ook maar eens op het overgangsshot tussen de twee helften, waar de camera door een exotisch ingericht winkelcentrum zweeft en uiteindelijk belandt bij een toekan: een mooier eerbetoon aan de techniek van de entfesselte (losgemaakte) camera, zoals Murnau die uitvoerig exploreerde in Der Letzte Mann, is moeilijk denkbaar.
In de eerste helft van de film zit overigens ook een knappe referentie aan Der Letzte Mann, wanneer Aurora in het casino een droom vertelt: Gomes zet zowel Aurora als de camera aan een ronddraaiende tafel, waardoor het decor voortdurend in beweging is – een knipoogje naar Murnau’s techniek om de camera op een ronddraaiende platenspeler te plaatsen. Dat brengt ons ten slotte bij de eerste helft van de film, die zowel qua setting als qua vorm behoorlijk wat verschilt van de tweede, maar er toch een vreemde eenheid mee lijkt te vormen. Ook al duurt “Paradise Lost” dan wat lang, als trucje om de kijker toch voldoende bij het verhaal te betrekken, werkt het wonderwel, en zo verhindert Gomes dat het eigenzinnige tweede luik van de film afstandelijk of saai wordt.
U zal zich naar de dichtstbijzijnde bioscoopzaal – en de waaier aan mogelijkheden is in dat opzicht niet bijster groot – moeten reppen wil u Tabu alsnog te zien krijgen, maar het zal hoe dan ook de moeite blijken. Miguel Gomes heeft een behoorlijk knap verteld en bijzonder origineel in elkaar gestoken filmpje afgeleverd, dat je als kijker nog eens laat kennis maken met de bijna ongebreidelde mogelijkheden van het medium cinema; als u een beetje open staat voor het onconventionele karakter van Tabu, zou u weleens vol verwondering en bewondering buiten kunnen komen.