Kaseem Ryan is een 47-jarige brandweerman uit New York alsmede één van de beste rappers die er vandaag rondlopen. Descendants of Cain is zijn eerste album onder pseudoniem Ka in vier jaar. Alweer een onbekend juweeltje? You bet.
Wie Ka wél al even kent of volgt, zal het opgevallen zijn dat de man nooit op tournee gaat en als artiest de nom de plume kiest waar hij zich op dat moment het beste bij voelt. Hoe ouder hij wordt, hoe meer hij uitbrengt, allemaal uit liefde voor het vak en onder eigen beheer. Al moet gezegd dat achter zijn productiviteit ook verschillende samenwerkingen schuil gaan. De bekendste en meest geslaagde is Days with Dr. Yen-Lo uit 2015. Twee jaar geleden had hij een bescheiden succes met het naar zijn standaarden iets wisselvalliger Orpheus vs. The Sirens. Telkens is het vintage Ka, maar hoor je steevast een andere stem terug. En we mogen ons alweer opmaken voor een volgend soortgelijk project, want later dit jaar komt er wellicht nog een collab uit met niemand minder dan Roc Marciano, onder de naam Piece be with you.
Ka solo wordt voor een groot stuk gedefinieerd door zijn meesterlijke soloplaat uit 2016, Honor Killed the Samurai. Een album dat zijn signatuur in steen heeft gebeiteld: ingetogen scherpzinnigheid afgewisseld met oosterse wijsheid en confronterend nuchtere lyrics. Die signatuur zet hij resoluut door op Descendants of Cain. Niets aan zijn raps klinkt écht vertrouwd naar conventionele hiphopnormen. Soms lijkt hij te fluisteren over een verzameling klankschalen die zachtjes aangetikt worden terwijl een partij kattebelletjes in de wind hangt te bengelen, zoals op “Sins of the Father”. Dan weer zingt hij op een troostende manier, of rapt hij zoals stemmen vaak in een droom klinken vlak voor je wakker wordt, terwijl een Bon Iver-versie uit een parallel universum voor de begeleiding zorgt (“Old Justice”). Het is minimalisme, maar het heeft ook een soort slowcore-vibe, op dezelfde manier dat Low vroeger weleens stiller ging spelen voor een praatgraag publiek. Dat trekt namelijk de aandacht.
Descendants of Cain is niets minder dan een triomfantelijke terugkeer onder de naam Ka en dus een waardige opvolger voor Honor Killed the Samurai. Qua thematiek sluit deze nieuwste beter aan bij zijn thuisstad en zijn eigen levenservaring, die voorafgaand aan zijn brandweercarrière gekenmerkt werd door slechte buurten en criminaliteit. ”When age speaks, youth listens. Sometimes.” horen we vlak voor “Every now and then”. Ka vertelt op dit album over zijn eigen ervaring en wat anderen eruit kunnen leren.
Productioneel zit er op Ka’s werk logischerwijs nog groeimarge, gezien zijn DIY-aanpak. Less is more, maar dat maakt het des te moeilijker om perfectie te bereiken. “Unto the Dust” is wellicht niet eens gebaseerd op een loop, maar op een integraal ingespeelde rudimentaire baslijn waar ook foutjes in mogen blijven zitten. Veel laagjes vallen er verder niet te bespeuren; zijn cruciale woorden laat hij graag herhalen door anonieme figuren in de studio en veelal beginnen tracks met op elkaar aansluitende geluidsfragmenten uit een oude en/of obscure film. Een beproefd recept. Ka slaagt er dan ook niet in om met Descendants of Cain te verrassen. Meteen ook het enige minpunt van dit album.
Kaseem Ryan claimt muziek te maken voor zij die jaren ’90 hiphop missen, maar een track als “My Brother’s Keeper” wordt enorm tekort gedaan door zo’n uitspraak. De instrumental is rijk en bijna onwaarschijnlijk, met snare hits die uit het niets lijken in te vallen. “Solitude of Enoch” wordt dan weer begeleid door een melancholieke elektrische gitaar om naadloos over te gaan in geloopte stoffige blazers waarvan de variërende intensiteit in samenspel met een repetitief pianoriedeltje iets wat je met veel verbeelding, een beat zou kunnen noemen. Je voelt dat er een beat is, ook al kan je die niet gelijk identificeren. Toon ons hip hop-werk uit de jaren ’90 dat zo gedegen met een maximale vereenvoudiging van het genre flirtte. RZA’s producties komen wellicht nog het meeste in de buurt.
Naarmate Descendants of Cain vordert, wordt de thematiek van de plaat explicieter. Op ‘The Eye of the Needle’ wordt dit geruggensteund door het nummer netjes in tweeën te snijden, waarbij twee compleet verschillende instrumentals ook verwijzen naar twee periodes uit Ka’s leven en naar het contrast dat eruit voortvloeit. Van de illusie naar het realiteitsbesef. Eens te meer houdt Ka van het understatement. Ondanks een o zo knappe en meeslepende klankkleur, kiest hij om ook dit nummer als een nachtkaars te laten uitgaan. Zijn laatste woorden zijn veelzeggend: ”As long as I’m able-bodied”.
“P.R.A.Y.” wijkt op een aangename manier af van wat we op het meeste van Ka’s repertoire horen: vervormde klanken die niet op library music of bestaande nummers gestoeld zijn, of in elk geval niet meer op een herkenbare manier. Misschien een Buchla? Dit is abstract op een andere manier dan we van Ka gewoon zijn. Het zou mooi zijn als hij straks op zijn 50e zowaar deze weg exploreert en productioneel met de groten der aarde gaat werken, die vaak toch al in zijn stad wonen. Dat zou vuurwerk kunnen opleveren.
Ka veroorzaakt geen aardverschuiving met Descendants of Cain, maar levert wellicht het album dat het trouwst is aan zijn stijl. De uiterst gebalanceerde flow van Ryan doet uiteraard denken aan grootmeester MF Doom, maar dan zonder innuendo’s. Elk woord is meticuleus gekozen, alles is serieus en oprecht bedoeld, elke herhaling is wars van toeval. Dit is lapidaire rap; een album dat luistert zoals een boek van Kazuo Ishiguro leest. Een plaat die troost, kalmeert en je track voor track inpakt. Daar verandert het cheesy en misschien overbodige slotnummer niets meer aan. Topklasse.
Descendants of Cain is vooralsnog enkel beschikbaar als .wav-download tegen betaling via de website van Ka.