Sommige muziek verbeeldt de tijd waarin we leven, met alle verwarring, excessieve overdaad en onzekerheid die daarbij komt kijken. Aan het andere einde heb je de muziek die zo gretig lonkt naar ontsnapping aan de dagelijkse waanzin dat het puur escapisme wordt. In al z’n zachtmoedigheid staat het kwartet Fnussjen haaks op de wereld anno 2020. En dat kan deugd doen.
Het kwartet werd in 2017 opgericht door drummer Nicolas Chkifi in kader van ‘De week van de klank’. Met een bezetting van piano (Christian Mendoza), harp (Ann Eysermans), viool (Ananta Roosens) en drums/percussie verwacht je je sowieso niet aan een traditioneel muziekje. Kijk er de cv’s van de deelnemende muzikanten op na, en die indruk wordt bevestigd. Stuk voor stuk hebben ze iets met improvisatie, de ene al meer in de jazzrichting dan de andere, maar ook met hedendaagse muziek, minimalisme, folk en mengvormen daarvan. Het kwartet neigt met zijn zeer specifieke esthetiek soms een beetje in de richting van wat je hoort bij Aspen Edities, maar laat toch weer een heel eigen geluid horen.
Alles draait hier om geduld en het binnenstebuiten keren van tijd. De muziek beweegt traag, spaarzaam en meditatief, lijkt er op uit om een mentale staat van rust te bereiken. Verwacht dan ook geen drukdoenerij, swing, felle kleuren of abrupte wendingen. Dit is muziek van herhaling, gestage accumulatie, trage ontbinding en contemplatie. Schetsmatige compositie en beheerste improvisatie houden mekaar in evenwicht. Opener “Not One, Not Two” mag meteen gelden als beginselverklaring, een manifest voor een uitgepuurde methode, met een motief dat eindeloos herhaald wordt, zachtjes aanzwellende viool, ruisende percussie en een innige verstrengeling van piano en harp waarbij de grens tussen de twee wegvalt.
Wat telt is de concentratie, want van spanning, laat staan wringende dissonantie, is hier geen sprake. Tegelijk gaat het niet op in de achtergrond en vervalt het niet in mechanische interactie. Het is een aanpak waarvan zelden wordt afgeweken. Hier en daar wordt de eenvoud nog wat compacter gemaakt in miniaturen als “Bagatelle” en “Petite Chorale”, of krijgt het wat meer Oosterse tinten. Met titels als “Resonance Of The Heavens”, “Freedom From The Known” en “Pratyahara” wordt meteen ook duidelijker waar de mosterd gehaald wordt. Het mag niet verbazen dat Chkifi ook yogaleraar is. Fnussjen mikt op praktische en spirituele onthechting. Toch bewaken de vier ook dat de rust en sloomheid niet verworden tot slaperigheid. Bovendien: “Changes And Time” bevat ineens een grillige onvoorspelbaarheid die voor een verrassende stoot reliëf zorgt.
Maar er is meer dan dat: de muzikanten spelen met texturen (“Peau d’Arco” is een mooi voorbeeld) en mede dankzij de uitmuntende opname van Christophe Albertijn (stilaan incontournable) is het ook een opname die garandeert dat alle details en nuance opgeslagen werden. Met de hunkerende melancholie van de titeltrack werd het beste bovendien bewaard tot het laatste, waarmee de plaat afsluit – of eerder: zachtjes oplost – op een hoogtepunt. En daarmee zadelt het album je in z’n beste momenten op met een gevoel – vergelijkbaar met doelloos rondhangen in een kerk en plots beseffen dat je alleen bent – dat je eigenlijk veel te weinig meemaakt.