UNWIND FESTIVAL: Naïma Joris :: ”Ik schrik er soms nog van dat ik songs heb geschreven”

Het was allemaal de bedoeling niet, maar dat die ene cover van Cesaria Evora haar plots een muzikaal bestaan schonk, omarmt Naïma Joris nu voluit. Dat daar ook woorden als ‘carrière’ en ‘industrie’ bij komen kijken, dat verbluft en wringt nog wat, maar vooruit. ‘Ik moet – neen mag! – nog drie platen maken’. Nummer één daarvan is het puike Tribute To Daniel Johnston, dat nu vrijdag verschijnt.

enola: Zullen we maar met de meest evidente vraag beginnen? Waarom precies een eerbetoon aan Daniel Johnston?

Joris: “Aangezien ik thuis met covers bezig was geweest, stelde men me voor om een coverplaat te maken. De meeste artiesten hebben al eigen nummers liggen als ze worden opgepikt, maar daar was ik niet mee bezig. Zo’n plan was er niet. Nadat die cover van “Sodade” nogal viraal was gegaan, zette ik een demo van “Bellybutton” online, een song op tekst van mijn zus, geproducet door mijn broer, en plots draaide Klara die. Het is niet dat ik mijn eerste EP, die nadien verscheen, als volgende carrièremove heb gemaakt. Die ambitie had ik niet, het was niet meer dan een vorm van rouw voor mijn overleden zus.”

“En nu werd dus gesuggereerd dat ik een coverplaat zou maken. Eerst dacht ik die versies die ik op facebook postte op te nemen, maar toen wilde ik toch iets meer bijzonder doen: een eerbetoon aan één artiest. Ik dacht meteen aan Daniel Johnston, want hij is het die me ooit heeft geïnspireerd toch mijn eigen liedjes te schrijven. Hij liet zien dat het kon, op een heel eerlijke, directe manier. Misschien is zijn werk niet voor iedereen toegankelijk, maar mij treft de rauwheid ervan altijd. Zeker in de nummers die ik voor de plaat heb gekozen.”

enola: Je gaat van “Cold Hard World” over “Poor You” naar “Despair Comes Knocking”, om te eindigen met “True Love Will Find You In The End”. Een soort narratief van je voorbije leven, dat niet bepaald over rozen liep?

Joris: “Hé? Neen, totaal niet. Een “Cold Hard World” is het voor iedereen, toch? “Poor You” gaat misschien wel over mezelf – dat nummer is puur zelfmedelijden (lacht) – maar ik vind wel dat ik dat mag. En noch “Don’t Be Scared” noch “Despair” gaan uitsluitend over mezelf. Laat staan “Walking The Cow”, dat was meer iets heel persoonlijks van Daniel Johnston, al ben ik niet zeker of hij nu letterlijk met de koe ging wandelen.”

enola: Je stuurde me vooraf een playlist op spotify met nummers waaruit je koos. Waarom haalden “Some Things Last A Long Time”, “Get Yourself Together” en “Tears Stupid Tears” het niet?

Joris: “”Tears Stupid Tears” hebben we nog opgenomen, in een erg leuke countryversie, maar bij de tweede helft van de opnames was ik niet helemaal mezelf. Toen heb ik beslist om het niet op de plaat te zetten. Ik was weeral door emotioneel drama aan het gaan, verlies aan het ervaren. Ik was er niet helemaal bij, vrees ik . Daarom paste “Despair Came Knocking” ook zo goed op dat moment. Het was daarbij echt de bedoeling om van dat liedje, dat oorspronkelijk dertig seconden duurt, een tergend lang nummer te maken waarbij je je afvraagt hoe lang het nog duurt. Want zo voelt hopeloosheid ook.

“”True Love Will Find You In The End” wilde ik eigenlijk zelfs niet op de plaat, maar anders zou die te kort worden. (lachje) Uiteindelijk heb ik het in een ‘fuck it’-bui toch maar gedaan. Zodat het voor een soort manisch effectje zorgt op het einde van de plaat. Noem het een knipoog naar de bipolariteit van Johnston zelf.”

enola: Je noemt dat nummer ‘de plottwist van de plaat’.

Joris: “Klopt, en het moest dus de single niet worden, maar alweer doordat ik met mijn hoofd ergens anders zat, is het toch de single geworden. Na alle rustige nummers, en dan het drama van “Despair Came Knocking”, is het een soort uplifting eindnoot geworden. Voor mij voelt het een beetje als een guilty pleasure, dat eightiesstijltje, vooral dankzij de geweldige gitaarsolo van Vitya Pauwels. Maar zo strategisch als dat ik een verhaallijn van nummer één tot zeven zou hebben bedacht, zo is het niet.”

enola: ‘Strategisch’ is niet het woord waar ik aan dacht.

Joris: “Nochtans is dat wel gevallen tijdens de opnames: ‘Naïma, je bent niet strategisch bezig’. (lacht) Omdat het allemaal nogal chaotisch tot stand is gekomen: voor een paar nummers had ik zelf demo’s gemaakt, die dan door mijn muzikanten zijn vertaald. Uiteindelijk heb ik Joachim Badenhorst betrokken voor “Despair Came Knocking”. Hij maakte een arrangement, dat we hebben samengevoegd met het arrangement dat ik had gemaakt. Op die manier is er wél over nagedacht, want het voornemen om er een rustige plaat van te maken was ook vooraf beslist.”

enola: Je trekt de nummers van Daniel Johnston helemaal je eigen muzikale universum in. Hoe belangrijk is je band voor dat geluid?

Joris: “Op zich vertaalden ze grotendeels gewoon wat ik al op demo speelde naar een eindresultaat. Vitya heeft wel een eigen klank, die kan ik niet nadoen. Niels Van Heertum (euphoniumspelere, red.) ook. Lara Rosseel doet dan weer iets heel cools op “Story Of An Artist”, waar ze met haar contrabas alleen een heel strijkorkest imiteert. En drummer Tijl Piryns is dan weer enkel hoorbaar in “Despair Came Knocking”. Een echt groepsgeluid zal dus eerder voor de volgende plaat zijn.”

“Het is allemaal nog nieuw voor me. Ik was gewoon om thuis op mezelf te spelen, dit is mijn eerste eigen groep muzikanten. Ook die EP heb ik gewoon met mijn broer Yassin gemaakt. Ik gaf hem de demo’s, hij poetste ze op. “Bellybutton” is zelfs gewoon mijn demo, de zang is niet opnieuw opgenomen. Alleen dat iemand klopt op de deur heeft hij er uitgeknipt. Nu hebben we ongeveer op dezelfde manier gewerkt, maar  dan wel bij Koen Gisen opnieuw ingezongen. Die heeft ook geholpen met productie, om mijn demo te vertalen naar het afgewerkte nummer door mijn werk in het programma Logic beter te doen klinken.”

enola: Wie herkende je in “The Story Of An Artist”?

Joris: “Dat nummer gaat wat mij betreft over mijn vader. Ik herken mezelf totaal niet in dat nummer, hem wel. Daarom heb ik er ook een harp in verwerkt waar ik paperclips aan de snaren heb gehangen, zodat het een beetje klinkt als de Afrikaanse duimpiano die mijn vader bespeelt, zodat het wat naïef-experimenteel klinkt; een knipoogje die waarschijnlijk enkel ik en mijn broer begrijpen, maar goed.  Verder zegt de tekst alles, denk ik.”

enola: Om terug te komen op ons begin: de reden voor deze coverplaat is dus dat je nog niet genoeg eigen nummers hebt?

Joris: “Dat is dus het ding met de muziekindustrie: alles moet gepland worden, en toen van deze EP sprake was, klopt dat inderdaad. Ondertussen heb ik wel genoeg materiaal voor een album met eigen materiaal, en dat had ik misschien al kunnen opnemen. Maar dat is niet erg: ik ben blij dat dit eerst is gebeurd.”

enola: Je had geen plan toen je mid-lockdown met die covers uitpakte, zeg je, maar toch gaf je in de winter van 2019-2020 al een paar optredens. Er was toch een zekere drang?

Joris: “Ik ben ooit beginnen zingen toen ik 27 was, maar of dat drang was? Misschien om toch maar iets muzikaals te doen, maar dat staat allesbehalve gelijk met op een podium willen kruipen. En ik voelde ook niet per sé de nood iets van mezelf te maken. Maar zingen? Dat wel. Zelf schrijven, dat kwam daar vanzelf uit, maar aan een tempo van misschien drie liedjes per jaar. Veel moéten zat daar niet achter, anders had ik veel meer gemaakt, en moest het niet allemaal zo last minute.” (lachje)

“Ach, het heeft ook veel met stimulatie te maken. Ik leefde in isolement, had geen muzikale vrienden,…  Wél een muzikantenlief, maar die wilde nooit met mij samen spelen. Maar er waren dan toch een aantal mensen die vonden dat ik iets moest doen met wat ik thuis uitvrat. Lara (Rosseel, red.) was daar één van, die me gepusht heeft om die café-optredens te doen. En ik had wel wat mensen gevraagd om een band met me te beginnen, maar niemand had tijd voor me, ik had maar een handvol nummers,… Het was vooral mijn vader die aan me trok, me uitnodigde als gastzangeres op zijn optredens. Zo heb ik ook Lara ontmoet, want zij speelt bas in zijn groep, en zij heeft die drie concerten geregeld.”

enola: Hoe voelden die?

Joris: “Het waren mijn eerste volledige optredens als leadzangeres. Ik vond dat genant. Raar. Alsof ik daar niet op mijn plaats stond op een podium. Ondertussen gaat dat al beter, al heb ik het nog altijd moeilijk als het een tijd geleden is of als het solo is. Onlangs moest ik wat nummers spelen als entreacte bij een boekenprogramma in De Vooruit, en ik was supernerveus. Ik trilde helemaal, gewoon om een liedje alleen te zingen. Met de band gaat me beter af, dat is een dekentje waaronder ik me soms kan verstoppen. En ja, door nu met hen te spelen, word ik wel gestimuleerd, voel ik wel de drang om meer songs te schrijven.”

enola: Je zei in een interview zelfs ‘ik moet drie platen maken’.

Joris: “Maak daar maar ‘mag’ van. Ik heb een contract voor drie platen en een EP, is wat ik bedoelde. Dat is véél, hoor, dus dat geeft me wel een duw in de rug. Het voelt nog altijd hallucinant, maar natuurlijk ook goed.”

enola: ‘Ik had dit eerder moeten doen’, liet je ook al eens vallen.

Joris: “Ja! (lacht) Het ware handiger geweest als ik dit tien jaar geleden al had gedaan. Maar weet je, spijt is wat de koe schijt. Maar ik voel me nog altijd meer zangeres dan iets anders. Ik ben nog altijd aan het leren songs te schrijven. Ik heb absoluut niet de ervaring ter zake die bijvoorbeeld Meskerem Mees wel heeft. Die schrijft al veel langer songs, en heeft er al veel meer op haar conto.

“Het afgelopen jaar heb ik in totaal dertien liedjes geschreven, die ik nu aan het opnemen ben voor mijn volgende plaat. Naar mijn normen is dat ontzettend veel.”

enola: Merk je dat het vlotter gaat naarmate je meer schrijft?

Joris: “Tien liedjes op een jaar, dat is niet alsof ik elke dag achter mijn bureau zit te schrijven hé. Maar voor mij is het wel een flink record. Ik pik gewoon in op ingevingen, neem dat op, en ga dan al knippend en plakkend op de computer aan de slag. Soms vind ik een akkoordenprogressie daar wat te klooien op mijn gitaar en meer en meer ook de piano. Zo heb ik ook een nummer geschreven: lukraak wat spelen op de toetsen, en met wat knippen en plakken leek dat plots op jazz.” (lacht)

enola: Tot slot: dit wordt de zomer van de bevrijding, geloof ik, hoe kijk jij daar naar uit?

Joris: “Geen idee, ik denk zelfs niet dat ik veel speel. Mijn zomer van de bevrijding was de lockdown. Ik leef omgekeerd, vrees ik.” (lachje)

enola: De muziek heeft je gered?

Joris: “Als je het zo dramatisch wil stellen. Maar ja, op zich wel. Het leven is een pak beter nu. Ik sukkelde keihard: ik heb geen middelbaar diploma, dus je kunt zo wel indenken dat ik niet gemakkelijk een job vond. Mijn eerste job was onthaalmoeder in een crèche, daarna ben ik van callcenter naar callcenter, van fabriek naar fabriek, getrokken. Kutjobs, maar ik had ze nodig om te overleven. En toch werd ik ontslagen, want dan was ik weer ziek, of kwam ik te laat,… Ik heb zelfs eens geen contract gekregen omdat ik met Isbells (waarin Joris aanvankelijk backings zong, mvs) naar de MIA’s moest. Ze gingen er van uit dat ik vaker zou vragen om vroeger te stoppen om iets met die groep te kunnen doen, en dat zagen ze niet zitten. Wat er nu gebeurd is, en de snelheid waarmee, voelt waanzinnig: één cover, één eigen song, en plots moest ik in allerijl een band samenstellen om een sessie voor Radio 1 te spelen. Voor mij voelt dat nog altijd als een sprookje.”

enola: Veel van je problemen hadden te maken met je slaapproblemen. Gaat dat nu beter?

Joris: “De angst er rond is onder controle, maar ik slaap nog altijd veel te weinig. Daar moet ik nog altijd aan werken.”

enola: Slaapproblemen, zo weet ik uit eigen ervaring, zijn slopend.

Joris: “Ze maken me vooral ‘achterlijk’. Dan loop in Gent over de Vrijdagmarkt – en ik kén de Vrijdagmarkt – en kijk ik plots verdwaasd rond: ‘waar ben ik?’ Ik vergeet ook van alles.”

enola: Weet je nog dat je genomineerd was voor de MIA’s, zowat de hoogste muzikale erkenning die je in dit land kunt krijgen?

Joris: “Ah is dat zo? Ik weet niets van het award-landschap hoor. Dat ik, met mijn naam, genomineerd was, zelfs al was het maar doorbraak of zo, vond ik wel tof. (lacht) Misschien was het wel het hoogtepunt van mijn leven, en dan is dat ook goed. Ik wil zeker niet zeggen dat het niets betekent, maar het is wel de Music Industry Award, en daar hoef ik niet per sé bij te horen, bij die industrie. Dat was in elk geval nooit mijn bedoeling.”

Naïma Joris speelt op vanavond op het nieuwe Unwind Festival in Antwerpen. Info: www.unwind.be

PiaS
Beeld:
Lien Peeters
Chris Joris

recent

Tardi :: Loopgravenoorlog

Begin jaren zeventig werkt Jacques Tardi (1946) aan Een...

Chillow :: Zweef

“I have a dream”, maar dan op zijn West-Vlaams....

La Nuit se Traîne

De premisse van de Belgisch-Franse thriller La Nuit se...

Gavin Friday :: Ecce Homo

We hebben er meer dan 13 jaar op moeten...

Birthday Girl

Scandinavische misdaadfilms en thrillers zijn de laatste decennia een...

verwant

Eindejaarslijstje 2022 van Matthieu Van Steenkiste

Raar jaar. Toen het begon, zaten we nog binnen,...

Naima Joris :: While The Moon

Eindelijk op onze deurmat gemikt: de eerste langspeler van...

Naïma Joris :: Tribute To Daniel Johnston

IJzer smeed je als het heet is, een Naïma...

UNWIND 2022 :: De avond is ongemak

Een nieuw festival lanceren? Goed dan, maar wel voorzichtig....

Naima Joris

25 mei 2022Unwind

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in