Het was theatraal. Het was groots. Het was prachtig. Het was “a show to remember for the rest of your life”. Pulp stond in Amsterdam zo op het toppunt van zijn kunnen dat het onbegrijpelijk leek dat het hier ook zal eindigen.
Want dat is het plan wel. “This performance is an encore. An encore is played when the audience want more”, leest een projectie op het rode theaterdoek dat het podium afschermt. Pulp geeft dus nog één keer een laatste rondje, rolt nog één keer de hits uit, en dan is het gedaan voor deze zestigers.
“This is what we do for an encore”, dus. Een victory lap waarvoor toeters noch bellen werden gespaard. Voor zijn afscheidstour ging Pulp in zee met Goed Creatief Volk als regisseur Garth Jennings, grafisch designer Julian House en setontwerper Douglas Green. Samen gingen die aan de slag met frontman Jarvis Cockers schetsen, waarin dat gigantische rode gordijn, een showtrap en een orkest centrale elementen waren.
Het is ook die trap die de aandacht trekt wanneer het doek opengaat, en je Cocker hoort, maar nog niet ziet. “I spy a boy / I spy a girl”, zingt hij, en daar komt hij omhoog uit het podium, tegen een volle maan. Wanneer het nummer uitbarst, krijgen we meteen de volle kracht van de uitgebreide bandbezetting, waarin de originele groepsleden worden bijgestaan door gitarist/violist Emma Smith, bassist Andrew McKinney en percussionist-gitarist Adam Betts. En dan zijn er nog de strijkers van het Elysian Collective dat de hele avond lang de songs zal optillen.
Is dit “with strings”, dan niet op een “en nu wordt het smaakvol en ingetogen”-manier. We zijn nog maar begonnen, en hier is met een knal en een shot serpentines al “Disco 2000”. Was de sfeer bij de lalala’s van de opener daarnet al jolig, dan zitten we nu helemaal in polonaisesfeer, als waren we bij De Toppers in de ArenA hiernaast: er wordt meegebruld, gedanst, gejoeld.
Het was nooit de bedoeling, maar sinds zijn overlijden in maart 2023 werd deze tour ook een eerbetoon aan Steve Mackey. En dus draagt Cocker een mooi ingetogen “Something’s Changed” op aan de voormalige bassist. Maar we zijn hier verder niet om te treuren. Met “Pink Glove” duikelt de groep een oudje uit begin jaren negentig op, toen Pulp al tien jaar aan de weg timmerde die pas in 1995 Bestemming Succes zou bereiken. Het is ook meteen het vettigste nummer uit het niet van seksuele obsessies gespeende oeuvre van Cocker: “Just as long it’s pink and it’s tight, it’s what he likes”.
Dat de groep uit de britpopperiode is opgestaan met een kater, hoor je aan het latere werk. “This Is Hardcore”, dat Cocker inzet in een gezellige zetel, druipt van het cynisme en de ontgoocheling. “I can’t believe it took me this long”, kreunt de nog immer als een morsige professor geklede frontman, en het zou wel eens over dat zo ontgoochelende succes kunnen gaan. En dus werd het roer op slotalbum We Love Life uit 2001 helemaal omgegooid. Met producer Scott Walker aan het roer, kreeg de plaat een akoestische drive, je hoort in het dubbeltje “Weeds”/”Weeds II” en setsluiter “Sunrise” zijn hand in de uiterst zwierige strijkers – wat klinken die goed overigens!
Het is een moment waarop je mijmert over de gemiste kans dat de groep dat pad niet verder bewandelde, maar de handdoek nadien in de ring gooide. Je merkt echter aan het publiek dat dit ook songs voor de gevorderde fans zijn, en dus is het goed dat het explosieve “F.E.E.L.I.N.G.C.A.L.L.E.D.L.O.V.E.” eruit komt gekropen. Cocker zit meteen weer zijn favoriete rol, danst als een parmantige pauw over het podium, acteert de tekst dramatisch – handje tegen het voorhoofd – op een manier waar alleen hij mee wegraakt. Waarna hij ons met “Do You Remember The First Time?” opnieuw meeneemt naar 8 december 1995, toen de groep voor het eerst in Amsterdam speelde – of was het toch naar zijn ontmaagding?
Pauze. Applaus houdt aan tot Cocker eindelijk opnieuw voor het doek verschijnt om akoestisch B-kantje “Like A Friend” in te zetten. Dit is de encore binnen de encore, waarvoor de strijkers even mogen passen. Met dreunende drumslagen gaat het gordijn opnieuw open voor een very Pulp-finale aan het nummer. Wanneer een mooi “Underwear” is afgerond, plaagt de zanger: “Daarmee hebben we ze allemaal gehad, niet?” Tuurlijk niet. “Common People” krijgt een zinderende uitvoering, met een gigantische trom om de finale ontlading in te zetten.
Iedereen naar buiten, de hit is geweest. Het duurt lang genoeg om de zaal wat ademruimte te geven, wie achteraan stond, kreeg de kans om naar voor te drummen, maar dan is er een laatste buiging. Nog een keertje het potig rockende, oudere “Joyriders”, en het afscheid. Tijdens “Glory Days” worden op het scherm beelden uit videoclips versneden met oude foto’s en filmpjes, de subtekst leest “Het was mooi, bedankt”.
Dat het mooi was, is zeker. “This Is What We Do For An Encore” is een masterclass stoppen op je hoogtepunt. Niets doet meer verzuchten dat dat ook zonde is.