Best Kept Secret 2024 :: Een brute volksverhuizing

,

Dag Drie :: Een ieniemienie-schelpenbikini

“Hoe ook vandaag zich weer de werkelijkheid ontvouwt, met dimensies en geuren en kleuren … De werkelijkheid, ik weet niet wat we zonder zouden moeten.” Dag Drie begint een beetje moeilijk, zo beseft ook de presentator van campingradio Twanpasta, en dan heeft ie nog geen benul van het onheil dat in ons vaderland dreigt. Maar we moeten door, er is geen lievemoederen aan. Manmoedig, met de geruststelling van een gegeven volmacht in het achterhoofd, ploeteren we voort.

Als ze niet moet zingen, staat ze er maar wat ongemakkelijk bij, al dansend: Georgia Ellery, die u misschien herkent van Black Country, New Road vorig jaar, heeft liever iets om handen. Een gitaar bijvoorbeeld, om een van haar liedjes te brengen, waar partner Taylor Skye dan beats en effecten overheen jaagt. Maar zo gaat het maar half de tijd.

Want wat een schizofreen, vréémd bandje, dit Jockstrap. Lijkt het in de ene helft van de nummers te draaien om de folk van Ellery, dan is het in de andere helft zij die reageert op zijn beats en blieps. En zo schiet dit optreden van het ene uiterste in het andere. “Glasgow” is een ingetogen gitaarliedje, maar wordt staspgewijs uitgebouwd tot ook een mooie strijkerspartij uit een doosje invalt. Even verder haalt Ellery haar viool erbij voor een zwierige toevoeging aan “50/50”, vooraleer dreunende techno het overneemt. Zeiden we al dat dit een raar groepje is?

We moeten eerlijk zijn: we hebben maar de helft van de Warhaus-set gezien. De schrijfplicht riep, en dus belanden we pas midden in “Time Bomb” voor de ONE, waar een koppel staat te slowen terwijl Maarten Devoldere “How could you, baby?” jankt. Nu goed, er zijn mensen die trouwen op “Every Breath You Take”, dan moet dit ook kunnen. Devoldere heeft voor Warhaus een bende muzikale raspaarden rond zich verzameld, met Balthazar-maatje Michiel Balcaen op drums, de alomtegenwoordige Jasper Maekelberg op onder meer gitaar en dwarsfluit, Sander Verstraete op bas en Tijs Delbeke op zowat elk ander instrument, en het talent spat vandaag van het podium.

Een langoureuze versie van “Love’s A Stranger”, met die marimba die naar nog zomerser stranden doet verlangen, en de lijzige zang van Devoldere, die van cool zijn een beroep probeert te maken, is een eerste hoogtepunt, waarna Delbeke en Devoldere de blazers bovenhalen. Dan weet je dat het tijd is voor “Beaches”, die verknipte, maar oh zo groovy instrumental, voortgestuwd door een vadsig baslijntje en die ene riff, haast even schetterend als de blazers. Maekelberg brengt hem van op het drumpodium, om dan snel zijn dwarsfluit te grijpen, terwijl Delbeke zijn vioolgetokkel loopt voor nog een dEUS-waardig geluidje extra. Vet, dat is het enige woord dat hierbij past.

Hoe anders is “Open Window”, de Wallace Collection-achtige ballade die steevast het lang uitgesponnen sluitstuk van een Warhaus-concert vormt. Delbeke mag de debatten in z’n eentje openen met zijn trombone, Devoldere haalt zijn beste crooner boven, en voor je het weet la-la-laat het publiek die briljante melodie al mee. De band neemt alle tijd om laag na laag op te bouwen, met hier een fluit, daar een stukje viool, en het nummer wordt alleen maar mooier en mooier. Het heeft een betoverend effect: op het strand pakken mensen elkaar wat steviger vast, een groepje meisjes vormt het meest valse koortje van de dag, en iedereen wiegt in een lichte trance mee op dat steeds grootsere geluid. Best Kept Secret ingepakt, heet dat.

Joachiem Liebens is klaar voor die tweede plaat, zo komt hij laten horen, en dus zit de set van The Haunted Youth vol nieuwe nummers. “Castlevania” doet aan de postrock van Mogwai denken, single “Into You” drijft op Curesynths die een beetje pijn doen. “In My Head” lijkt dan weer niets nieuws, tot het opbouwt naar een explosief einde, en je weet dat deze band nog niet alle mogelijkheden heeft verkend.

Dat The Haunted Youth zijn sporen de afgelopen jaren heeft verdiend, hoor je dan weer aan de oudjes. “Broken” knalt als binnenkomer, met een slot waarin het gitaargeweld Slowdive naar de kroon steekt. “Teen Rebel” krijgt een epische, uitgesponnen versie, en met “I Feel Like Shit And I Wanna Die” is het themalied voor deze verkiezingsavond alvast gespeeld. “Gone” begint wat flauwtjes na al het voorgaande spierballengerol, maar de samenzang met toetseniste Hanne Smets doet verlangen naar meer.

De finale is intens, zoals dat alleen bij The Haunted Youth gebeurt. Tijdens het uitgesponnen, instrumentale “Falling Into Pieces” meldt het scherm “I Love You, Don’t Kill Yourself”, Liebens ramt de boodschap er nadien nog eens in: “Er zijn altijd mensen die u graag zien”. En dan is er die laatste dolle bocht, een episch “Coming Home” dat barst van het spelplezier en de euforie. Liebens laat zijn gitaar even door een fan bespelen, en met een “België” van Het Goede Doel dat luidkeels wordt meegezongen door het publiek, is het alweer veel te snel voorbij: volgend jaar het hoofdpodium hier, zeggen wij.

Kregen dat hoofdpodium wel, maar verdienden het misschien niet: De Jeugd Van Tegenwoordig. Wij hebben niks tegen deze Nederlandse grapjassen, maar de luie, rommelige show die ze vandaag brengen, voelt net iets te hard aan als makkelijk cashen. Toegegeven, het is dolle pret om samen met de rest van een bomvol strand nog eens “Watskeburt” mee te scanderen, en ook de stuiterende flipperkastbeats van Bas Bron in “Dat Mag Niet” zijn om van te smullen – om van de hilarische tekst nog maar te zwijgen – maar het te pas en vooral te onpas prutsen met autotune gaat al snel op de zenuwen werken, net als het getreuzel van de mannen tussen de songs door. Het feestvolk laat het niet aan zijn hart komen en danst zich de benen van onder het lijf op “Ik Kwam Haar Tegen In De Moshpit”: laten wij dáár nu precies het juiste adres voor kennen.

In de TWO staat immers Amyl And The Sniffers, Melbournes hoop in bange rockdagen. De band wordt aangevoerd door Amy Taylor – voor de gelegenheid getooid met blonde Farrah Fawcett-lokken, een boksbroekje en een ieniemienie-schelpenbikini – een vrouw die qua vettig gedrag niet moet onderdoen voor Viagra Boys. Muzikaal zit het ook in een vergelijkbaar straatje, met opruiende, rudimentaire punkrock waarop het erg moeilijk stilstaan is. “I like control, I’m obsessed / It’s the reason I exist” schreeuwt Taylor ons toe, alsof iemand daaraan zou twijfelen, zoals zij heerst over het podium en de woelige massa voor haar.

De overgave waarmee ze zich letterlijk in haar nummers smijt, doet niet alleen een uitstekende conditie vermoeden, ze is ook rotaanstekelijk, getuige de moshpit die maar blijft groeien, en de gretige manier waarop “Got You” door de hele tent wordt meegebruld. “Security” (“I’m not looking for trouble, I’m looking for love”, als dat geen goeie Tinderbio is) is een hit, zo zagen we al op het Loose Ends-feestje gisteren, en ook hier zorgt het voor een brute volksverhuizing doorheen de tent – hoeveel mensen pássen er eigenlijk op die eerste rijen? Dat elke song meer dan een beetje op de vorige lijkt, valt niet te ontkennen, maar bij zo’n energiebommetje ligt niemand daarvan wakker.

Halfuurtje pauze en hydratatie, en dan is het alweer tijd voor een volgend gitaarbandje in de Casbah, die er voor één keer opvallend kalmpjes bij ligt; de PJ-fanbase heeft waarschijnlijk al positie ingenomen in de TWO. Lang zal die rust echter niet duren, want Gurriers, dat op papier de zoveelste Ierse postpunkband zou kunnen zijn, is gekomen om de boel te veroveren. Het begin is nog moeilijk: de zang van Dan Hoff, een frontman met de kop van een vervelend vechtersbaasje, mist de power die zijn nummers nodig hebben om te overtuigen – niets dat een goeie slok whisky niet kan oplossen. Het snoeiharde “Nausea”, een vette muzikale knipoog naar landgenoten Fontaines D.C., barst los in een groove, log en lekker, en Hoff hervindt zijn boze brul. “Let’s go fucking mad!” klinkt het, en zoals het een braaf publiek betaamt, stort de halve Casbah zich tijdens “Dipping Out” nog maar eens in een moshpit, je weet immers maar nooit dat het de laatste keer zal zijn.

In het atmosferische “Top Of The Bill”, zelf ook een hoogtepuntje, neemt de band even gas terug, maar van zodra Hoff “dance dance / why does it matter?” schreeuwt, zijn we opnieuw vertrokken voor een onstuimig laatste kwartier, inclusief Lukas Jansen van Tramhaus die mee het podium op springt voor “Approachable” om er vervolgens als een wildeman weer af te duiken, en een razendsnelle circle pit tijdens “Come And See”. De band voert de eerste rij slokjes whisky, bassist Charlie McCarthy komt gezellig op de handen en schouders van het publiek staan, en iedereen weet: het is de laatste keer dat je Gurriers op dit kleine podium kon zien.

Op de achtergrond beieren de kerkklokken. We wachten in een sfeer die het landelijke  dorp oproept waar I Inside The Old Year Dying, haar meest recente plaat, zich afspeelt. En daar staat PJ Harvey dan. Ongenaakbaar zoals alleen zij dat kan, om met afgemeten passen, als in processie, naar haar microfoon toe te stappen, voor haar “Prayer At The Gate”. “The Nether-Edge” doet het met spookachtig kerkgezang, en begint ze in een antieke stoel vooraan het podium, voor ze over het podium dwaalt als een oude heks.

Zoals elk van haar albums een nieuwe wereld is, zo ook de optredens daarbij. Vandaag is ze de bosnimf die oude fabels vertelt, en je begrijpt dat deze intimistische aanpak haar deed vragen om in de TWO-tent te spelen. Het is maar de vraag of ze haar publiek daarmee écht een cadeau heeft gedaan, want binnen is het onaangenaam druk. Wie zich daar wat aan aanpast, krijgt echter een indrukwekkend optreden.

Want hoe actueel voelen het drietal nummers uit Let England Shake in tijden waarin Europa opnieuw loopgraven kent. Met de autoharp in handen, is ze in de titelsong de schikgodin die oorlogsleed bezingt. In “The Glorious Land” maakt ze dat concreet: “its fruits are often children”, en het is moeilijk om niet aan Gaza te denken. Haar band van oude trawanten kleurt het ondertussen allemaal met souplesse in, of het nu de pastorale folk van “A Child’s Question, August” is, of de ziedende, oude grungeklassieker “50ft. Queenie”. Folksong “The Desperate Kingdom Of Love” wordt zo klein als kan gebracht; een versie die je dwingt te luisteren, maar dat lukt niet bij iedereen: achteraan in de tent dringt het geluid van een jammerlijk slecht geplande receptie binnen.

Ietwat onverwacht blijken de hoogtepunten uit haar wat vergeten “triphopplaat” Is This Desire? te komen. Eerst het dromerige “Angelene”, daarna een uitvoering van “The Garden” waarvan je mond openvalt. Het applaus is nadien overdonderend. Haar bedankje? Eindelijk het rondje hits. Nog een zeldzaam keertje scheuren met oudjes “Man-Size” en “Dress”, daarna smachten: “Down By The Water” en “To Bring You My Love”. En weg is ze, met een laatste autoritaire blik naar het publiek: niemand doet haar wat, ook met een ‘moeilijke’ plaat onder de arm blijft PJ Harvey aan de top van haar kunnen.

En dan: een indrukwekkende finale. Want we mogen dan nog altijd vinden dat Best Kept Secret niet de plek is voor dit soort dance-headliners, dat wil niet zeggen dat Justice geen indrukwekkende show bracht. De afsluiters van Best Kept Secret 2024 doen alles wat de broers Lawrence vrijdag verzuimden, en met een beweeglijke lichtinstallatie van elf ton boven hun hoofd – ware doodsverachting! – dartelen Gaspard Augé en Xavier de Rosnay op stevige wijze door hun oeuvre.

Terwijl de lichtshow ronduit waanzinnig is – “Hé, dat lijkt wel vuurwerk!” “Hóé staan die balken nu weer??” – plukken de heren achter de decks flarden uit hun oeuvre, lijmen ze aan iets anders, om ze later te laten terugkeren. “We Are Your Friends” dendert zo al snel rollin’ and scratchin’ over de hoofden, huppelt een momentje “D.A.N.C.E.” de sirtaki met het door Kevin Parker (Tame Impala) gezongen “One Night/All Night”, en ga zo maar door, tot alles even mag ontsporen in een blokje gabber – je bent nu eenmaal in Nederland – en we als bisronde nog even het volledige “D.A.N.C.E.” krijgen. Een overvolgelopen strand gaat compleet uit zijn dak.

Kijk, Disclosure, zó moet dat dus.

En daarmee bleek Best Kept Secret dus tóch leuk, ondanks een op papier matige affiche. En toch wringt het. Je kon een middag lang kekke gitaarbandjes checken op de kleinere podia, maar het hoofdpodium bood grotendeels bagger of middelmaat. Je hoort theorieën dat het volk dat die Dure Namen wel wil zien betaalt voor die kwaliteit in de marge, maar zelfs als dat zo is, is het een zwaktebod. Je houdt een festival zonder identiteit over dat veel en veel te duur is om als ontdekkingsfestival te gelden, en bovenaan de affiche zijn eigen legacy in de zeik zet. Op die manier is er niets geheims aan Best Kept Secret, het is gewoon een zoveelste Werchter/Lowlands/Pukkelpop-variatie. Het is tijd voor een harde reset. Quousque tandem abutere patientia nostra, Best Kept Secret?

Beeld:
Tom Leentjes, Geert Vandepoele

verwant

Osees

8 juni 2024Best Kept Secret, Hilvarenbeek

Porcelain ID

8 juni 2024Best Kept Secret, Hilvarenbeek

Slowdive

8 juni 2024Best Kept Secret, Hilvarenbeek

Library Card

8 juni 2024Best Kept Secret, Hilvarenbeek

The Mary Wallopers

8 juni 2024Best Kept Secret, Hilvarenbeek

recent

Ottla

5 juli 2024Gent Jazz

Diana Krall

5 juli 2024Gent Jazz

Sum 41

5 juli 2024Rock Werchter

Neck Deep

5 juli 2024Rock Werchter

Bill Frisell Trio

5 juli 2024Gent Jazz

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in