Live /s Live 2024 :: Van kibbeling naar kabbeling

Voor de derde keer eist Live /s Live zijn plaats op in het Vlaamse landschap, maar ook deze keer krijg je weer het gevoel dat dit festival nog zoekt naar zijn identiteit. Kernvraag van deze editie: is elke dag een sterke headliner genóég om van een affiche te spreken?

Want onwillekeurig vraag je je af hoe de line-up van Live /s Live wordt bepaald. Worden dartspijltjes lukraak naar een bord namen gegooid? Is er een pikorde waarbij dit festival als nieuwste in de rij pas als laatste mag kiezen, en dus met de overschotjes iets zinnigs moet proberen te maken? We willen maar zeggen: hoe verklaar je dat een has-been onzinact als Passenger hier voor een groot veld mag staan?

Niet dat Michael David Rosenberg zijn status aan zijn hart laat komen. “Ik heb maar één bekende song; ’t is maar dat je ’t weet”, grijnst hij aan het begin. “Oh, en dat is niet “Let It Go” van Frozen, maar “Let Her Go”. Je wil niet weten hoeveel ontgoochelde tienjarigen ik al heb gezien.” Waarna hij aan het eerste van een tiental onderling inwisselbare gitaarliedjes begint. Eentje bestaat uit een opsomming van dingen die hij haat en duurt eindeloos. Hij weet dat. “It’s nearly finished, that song is!” roept hij nog snel voor hij aan zijn laatste lijstje begint. Een met “Hello Antwerp, my old friend” ingezette “Sound Of Silence”-cover krijgt een geknipoogd “Deze is gloednieuw!” mee, elders roept hij enthousiast “even if you don’t know the words, sing something!” We willen maar zeggen: lollige chap met veel zelfspot, jammer van de liedjes.

Net daarvoor mocht Alvvays vreemde eend in de bijt zijn, maar dat vond het vijftal zelf niet erg. “Normaal spelen we in donkere zalen voor dronken mensen; dit is erg verfrissend voor ons”, glimlacht frontvrouw Molly Rankin. Geen band spelt dan ook meer zomer dan deze Canadese indierockers die hun liedjes op festivalkracht spelen. “Many Mirrors” is mooie jengelpop, “Very Online Guy” hobbelt prettig, maar het is “Adult Diversion” dat nog altijd hun beste nummer is. Hoe onbewogen de man erbij staat, de gitaar van Alec O’Hanley danst er een kleine horlepiep; Smiths-achtiger dan dit wordt snarenspel niet meer, of je moet er Morrissey bij nemen – en dat wil vandaag niemand meer.

Toch vallen de zwaktes van deze groep ook vandaag niet te ontkennen. Als de mayonaise niet pakt, gaat de song soms nergens heen. Dat ligt ook aan de zanglijnen van Rankin, die vaak te beperkt zijn om te blijven boeien. Het is dan ook met opluchting dat we de groep op volle potigheid “Easy On Your Own” horen invliegen; het is een welkome tempowisseling, maar helaas net iets te laat, want daarmee zit de set er meteen ook op. En zo blijft dit Alvvays alweer een twijfelgeval.

Aan het Dageraad-podium pikken we een flard Bess Atwell mee, maar de Britse protegé van The National-gitarist Aaron Dessner slaagt er niet in om te overtuigen. Ook dit jaar blijft dit zijpodium een weinig begeesterende bijgedachte die singer-songwriters herleidt tot pauzemuziek. Het is pas op zaterdag, wanneer Loverman er zijn theatrale show brengt, dat er in die kleine arena iets boeiends te zien is. Met een vleugelpiano én een hobbelpaard brengt hij iets dat blijft hangen tussen Tom Waits-theater en pantomime.

Je voelt dat de aan Nick Drake en Cohen-verwante songs een belofte inhouden, maar dat het allemaal nog focus moet vinden. “Come along for the ride”, nodigt hij uit in een langgerekt slotnummer, en tot verbijstering van de barverantwoordelijke trekt hij met zijn microfoon achter de tappers door. Nu nog wat meer overrompelende nummers en dit wordt een niet te missen act.

Dat het Live /s Live-terrein is vergroot met extra foodtrucks rond een klein vijvertje (“zwemmen verboden, de eenden zijn er al heer en meester”) is dan weer een aangename nieuwigheid en een ideale plek voor een aperitiefhap. Na die kibbeling komt echter onvermijdelijk de kabbeling, want met Tamino en Ben Howard volgen op het hoofdpodium twee in zichzelf gekeerde, solipsistische songsmeden elkaar op, die het gevoel geven dat niet zij, maar wij hier misplaatst staan. Vooral Howard levert een hermetische set af, die nadrukkelijk knipoogt naar de al even moeilijke latere Bon Iver.

Het draait hier echter om de headliners. Drie keer leidt het bizar samengestelde pad van de middag naar een grote klepper die alleen de trekker voor zijn dag moet zijn. Het is dan ook jammer dat bij The National gebeurt wat vorig jaar ook Suede ten deel viel: na een dag van puik geluid is de klankman plots in slaap gevallen. Wanneer het kwintet opener “Sea Of Love” inzet, klinkt alles plots van wel heel ver, horen we onze buren luider meezingen dan frontman Matt Berninger.

Al kan die deel van het probleem zijn. “Ik ben heel high”, zal hij een kwartiertje ver bekennen, en dat moest hij misschien niet eens zeggen; we wisten dat zo wel. Hij stommelt al eens een microfoon omver, zwalpt meer het podium af dan dat hij doelbewust ergens op afstormt, beeldt Régine Chassagne-gewijs zijn teksten uit. Maar dan nog is het die geluidsmixer die we de meeste kletsen willen geven, al was het maar voor de manier waarop hij het op plaat machtige “Eucalyptus” de nek omdraait.

Dat zou niet mogen, want rond Berninger staat een band verdomd straf te musiceren. Niet alleen de broederparen Dessner en Devendorf, maar ook een tweekoppige blazerssectie die al eens voor gloedvolle interventies zorgt, of bijvoorbeeld “England” van een erg warme intro voorziet. Ook “Fake Empire” had alleen maar te winnen bij die banduitbreiding. In de bisronde bijt “Mr. November”, een dag na Het Discutabele Debat, nog wat meer dan gewoonlijk. “It takes an ocean not to break”, verweert Berninger zich een song verder tegen alle wanhoop, maar aan het gaatje is er voor een keer nog eens het onversterkt gebracht “Vanderlyle Crybaby Geeks”, waarmee we ons maar zelf troost moeten toebrullen.

En zo wint The National toch Dag Een, zelfs al is het niet met een grand cru, maar eerder een matig doordrinkwijntje van het soort waar Berninger vroeger zijn brandstof uit haalde.

verwant

recent

Joker: Folie à Deux

Een musical. Een rechtbankdrama. Een blockbuster. Joker: Folie à...

Buffalo Tom

Het Amerikaanse Buffalo Tom is  als goede wijn: enkel...

Fat Dog :: WOOF.

Sommige bands balanceren op het randje van goede smaak....

Merol :: ”Ik hoop dat ik op mijn zestigste nog altijd coming-of-ageplaten maak”

Het vroeg een pandemie om van actrice Merel Baldé...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in