Live /s Live 2024 :: Van kibbeling naar kabbeling

Een beetje dover, een beetje murwer

Dag drie voelt na zoveel geweld als een bijgedachte. Wat inlandse has-beens om op te warmen kan geskipt, met Mogwai begint de echte voorbereiding voor straks. En dat gebeurt zachtjes. “Yes, I Am A Long Way From Home” is een warm dekentje, waarin we nog altijd U2’s “Mothers Of The Disappeared” zachtjes horen ademen, tot het distortionpedaal wordt ingetrapt en een schreeuw Mordor ontsnapt. Het is niets meer dan een schot voor de boeg. Een vriendelijke waarschuwing, want met “I’m Jim Morrisson, I’m Dead” en het door Stuart Braithwaithe gezongen “Ritchie Sacramento” tappen de Schotten voorlopig uit een rustig vaatje.

“Kids Will Be Skeletons” is immers ook alweer zo’n nummer waarin de geest van Slint waart, zonder dat het tot bruutheid leidt. In het spookachtige “Hunted By A Freak” krijgt toetseniste Maria Sappho een glansrol. En nooit denk je echt “hoe raar om dit Mogwai in daglicht te zien”. Waarom zouden we ook, als een “Mogwai Fear Satan” vervolgens zoveel onweer opwekt dat het toch niet meer uitmaakt?

Links bouwt Braithwaithe langzamerhand gitaarstorm op. Rechts doet Alex Mackay gezellig mee. En daartussen, standvastig in het midden? Bassist Dominic Aitchison, in alle rust – noem hem het oog. Stuwend en duwend jagen ze het nummer op, om het vervolgens weer te laten uitsterven. Wanneer de stilte bijna zijn intrede doet, weet je dat je je moet schrap zetten, en toch schrik je van de brute kracht waarmee de groep alles weer opblaast. Uitsmijter “Old Poisons” gaat verder op dat potige elan, maar het maakt niet meer uit; ons moeten ze oprapen, een beetje dover, een beetje murwer. Mogwai was weer very Mogwai.

Dat kan dan ook weer gezegd worden van Interpol, dat zoals gewoonlijk nauwelijks interesse toont voor zijn eigen bestaan, aanwezig is zonder dat het duidelijk is waarom precies. De dansende discobas van “Narc” kondigt al even de essentie van Gossip straks aan, verder is het business as usual. Paul Banks probeert zo monotoon mogelijk te zingen over de minst interessante zanglijnen, doet dat iets meer begeesterend bij ouder werk als “Obstacle 1” of “Evil”, maar op het einde is iedereen vooral opgelucht dat het voorbij is, zij zelf incluis. Lééft deze band wel graag?

 

We verdagen die vraag naar later, want we zijn eindelijk beland waar we wilden zijn. Smashing Pumpkins begint met een instrumental die bijna zo pompeus is als de introteksten van presentator Bent Van Looy, en – lap – eerste nummer “Everlasting Gaze” klinkt alweer niet helemaal zoals het zou moeten. Wat is dat toch met Live /s Live en zijn headliners? Is dat compromis met de buurtbewoners toch wat moeilijk tot stand gekomen?

Oefening baart kunst, gelukkig: vandaag duurt de klank-ellende maar een half nummer, en wanneer Billy Corgan in een furieus “Doomsday Clock” zijn duivels ontbindt, zitten we goed. Goed, dat die schermen op zwart moesten, is voor deze beperkt uitgevallen recensent vlakaf kut, maar het is wat het is: the ego has landed. Verder? Hoezo stond dit in de jaren negentig bekend als ‘niet zo’n goeie liveband’?

Goed, die groep onderging wel wat veranderingen, maar we weigeren te geloven dat het gebrek aan dynamiek toen aan bassiste D’Arcy lag. En nieuwe gitariste Kiki Wong mag op links dan wel flink de show stelen, we weten goed genoeg dat het de goesting van ene William J. Corgan is die beslist of je een goeie of een slechte Pumpkins ziet. Billy is een sadist, Billy ziet dat het regent. Billy geniet, en zijn hulpje James Iha ook; die mag er –”hoeienavond!” – dwaze moppen over maken. En hij mag dat. Want we krijgen “Today”. We horen “Tonight, Tonight”. En in een ronduit overrompelend moment noteren we emotioneel de rekensom “”Disarm” + regen = magie”.

Dat we af en toe overbodig nieuw materiaal als “That Which Animates The Spirit” moeten verstouwen dat indiceert dat Smashing Pumpkins weer een conceptueel opus van elvendertig nummers op de wereld hebben losgelaten? Pintje! Dat in het door akoestische gitariste – ja, Billy heeft daar iemand apart voor – Katie Cole ingezette “Springtimes” een flinke Pink Floydgitaar de kop opstak, als was het een zwevend varken? Wat had u dan gedacht? En ja, Billy’s voorouderlijke roots liggen in Vlaanderen; we zullen dat verhaal horen tot zelfs zijn kleinkinderen het beu zijn.

En daarmee hadden we drie concertdagen gehad die zich maar node naar festivalsfeer plooiden. Live /s Live wil in Antwerpen een blijvertje zijn, maar de niet te missen geur van een overdaad aan gratis tickets doet vermoeden dat dat toch niet zo’n evidentie is. Het zal de volgende jaren een scherpere programmatie overdag – en waarom niet ’s nachts op beperkte wijze? – vragen om echt een eigen identiteit te vormen die verder gaat dan gevestigde namen met om-het-even-welke-aanloop.

Want we willen gerust die bindteksten van Passenger nog eens horen, maar die liedjes: neen.

verwant

recent

Joker: Folie à Deux

Een musical. Een rechtbankdrama. Een blockbuster. Joker: Folie à...

Buffalo Tom

Het Amerikaanse Buffalo Tom is  als goede wijn: enkel...

Fat Dog :: WOOF.

Sommige bands balanceren op het randje van goede smaak....

Merol :: ”Ik hoop dat ik op mijn zestigste nog altijd coming-of-ageplaten maak”

Het vroeg een pandemie om van actrice Merel Baldé...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in