Michel Foucault :: Geboorte van de Kliniek

In Geboorte van de kliniek geeft Michel Foucault een andere geschiedenis van de moderne geneeskunde waarbij hij de term medische blik introduceert. Hoewel het werk niet zonder gebreken is, blijft het een intrigerende analyse met ook nu nog een duidelijke meerwaarde.

De Franse filosoof Michel Foucault (1926-`84) toonde in zijn beginjaren een duidelijke interesse in het brede medische gebied. Zo studeerde hij naast filosofie ook psychologie en zou hij in 1954 in Maladie mentale et personnalité voor een eerste maal het idee poneren dat het beeld van mentale ziektes cultureel bepaald wordt. Het werk zou in 1962 onder de titel Maladie mentale et psychologie in een geredigeerde versie verschijnen (Foucault trachtte initieel een herdruk tegen te houden) na de publicatie van Folie et Déraison: Histoire de la folie à l’âge classique (Geschiedenis van de waanzin in de 17e en 18e eeuw, 1961).

Foucault schreef Folie et Déraison als onderdeel van het behalen van de prestigieuze titel Docteur d’État en ging in tegen het principe dat psychologie en het beoordelen van mentale ziektes een objectief gegeven was. Foucault vertrok hierbij naast uitvoerig onderzoek ook vanuit zijn eigen ervaringen als zowel patiënt en werknemer binnen psychiatrische instellingen. Hoewel het werk aanvankelijk lauw onthaald werd, zou het weerklank vinden binnen de antipsychiatrische beweging. Twee jaar later volgde niet alleen een biografie van auteur Raymond Roussel maar ook een nieuwe geschiedenis van de geneeskunde: Naissance de la clinique: une archéologie du regard médical, met ditmaal de `reguliere` geneeskunde als onderwerp.

Het werk is minder uitgesproken sociaal-kritisch om de eenvoudige reden dat een vorm van objectiviteit binnen de geneeskunde niet verloochend kan worden. Deels opgebouwd als een historisch werk maar net zo goed een ideeënhistorische reflectie pleit Foucault in Geboorte van de kliniek voor een andere theorie rond hoe de geneeskunde zowel een nieuwe methodiek als een vorm van denken ontwikkelde in de moderne tijd. De breuklijn ligt voor hem niet zozeer op de ontwikkeling van een nieuw empirisch systeem als wel op het ontwikkelen van een nieuwe vorm van kennisontwikkeling en hoe zowel het lichaam (ziek/gezond) als de ziekte en patiënt zelf beoordeeld en geïnterpreteerd worden. Net als in zijn latere werken, vertrekt hij hier niet vanuit een bepaald toonaangevend denker of voortrekker maar focust hij op hoe deze ideeën breed gedragen en ontwikkeld worden.

In deze periode is Foucault nog sterk beïnvloed door Georges Canguilhem (dankzij Foucault zal er zelfs een hernieuwde interesse in Canguilhem ontstaan) en werkt hij als een `archeoloog van het weten`, een methodiek die hij zal verduidelijken in Les mots et les choses (De woorden en de dingen, 1966) en L’archéologie du savoir (1969). In de jaren zeventig zal hij, geïnspireerd door Friedrich Nietzsche, dit inruilen voor een genealogie van de macht en uitwerken in Surveiller et Punir: Naissance de la prison (Discipline, toezicht en straf, 1975). In het uitstekend nawoord omschrijft Hub Zwart de drie `breuklijnen` in Foucaults denken als technieken van het weten (jaren zestig), technieken van macht (jaren zeventig) en technieken van het zelf (jaren tachtig). Het valt niet te ontkennen dat Foucaults `archeologie van het weten`-periode de minst toegankelijke van zijn werken bevat.

Zelfs een werk als Geboorte van de kliniek dat zich slechts op één thema richt, geeft niet meteen helder weer wat Foucault wil aantonen. Dat hij zich bovendien minder dan in Folie et Déraison kan uitspreken tegen subjectieve oordelen en de focus bijna louter legt op hoe het denken over ziekte en gezonde/zieke lichamen evolueert, maakt het werk er niet eenvoudiger op. Foucault mag dan wel een geschiedenis schrijven, hij wil vooral de vermelde evolutie aantonen aan de hand van onder meer medische werken en hoe, vanuit de staat zelf, anders aangekeken werd tegen medische instituten en opleidingen. En hoewel Foucault zelf ingaat op deze wijzigingen is een minimale kennis van de visie op klinieken (oorspronkelijk verbonden aan abdijen) en het verschil tussen artsen en chirurgijnen (de eerste legden een focus op kennis en volgden een studie aan een universiteit, de tweede groep voerde operaties uit) voor de moderne periode aangewezen om de breuk te begrijpen.

Volgens Foucault gebeurden er twee belangrijke veranderingen in de moderne tijd: niet alleen legden artsen steeds meer het klassieke model van theorie en de dominantie van oude teksten naast zich neer om zelf observaties uit te voeren, maar hieruit ontstond ook een nood aan een nieuwe invulling van de hospitalen. Het menselijk lichaam werd hierdoor ook steeds meer gereduceerd tot een kaart die gelezen kon worden aan de hand van symptomen. Deze nieuwe manier van kijken wordt ook vandaag nog omschreven als de `medische blik` (de ondertitel van het boek luidt dan ook `een archeologie van de medische blik`) die de patiënt terug brengt tot zijn individuele ziekte(geschiedenis) en de verstoring van het `normale`. En ook al gebeurde deze omwenteling niet plots, ze vond wel plaats op een heel korte tijd, mee vormgegeven door de staat en haar wens om de samenleving verder vorm te geven en te controleren.

In tien verschillende hoofdstukken onderbouwt Foucault zijn these waarbij hij onder meer de veranderde functie van de kliniek, de artsenopleiding, koorts als symptoom, het overlijden en zelfs vivisectie bespreekt. Maar dit alles kan niet los gezien worden van een volledig andere manier van denken en wetenschapsbeoefening die tijdens deze periode ontstaat alsook de manier waarop de staat zelf de samenleving wenst te controleren. Foucault hanteert hierbij ook een structuralistisch begrippenkader (al zou hij zelf die definiëring van zijn werk later verwerpen) waardoor het historische onderzoek binnen Foucaults eigen denkkader moet gelezen worden. Dat hij hierdoor niet een louter chronologisch verhaal vertelt noch zich steevast op dezelfde bronnen (auteurs/medici) beroept, geeft Geboorte van de kliniek voorbij het algemene principe van de `medische blik` een onduidelijk eindpunt.

De archeologie van het weten die Foucault hier toepast, zal hij pas een eerste maal verduidelijken in De woorden en de dingen maar het is, wie met dat werk vertrouwd is, wel duidelijk dat hij deze hier toepast. Door de veranderde visie op ziekte, patiënt en de rol van de arts en kliniek vanuit telkens een andere invalshoek te bespreken, creëert hij paradoxaal genoeg een verwarring die er niet hoeft te zijn want de conclusie van zijn onderzoek blijft duidelijk: door de gewijzigde visie op de geneeskunst is er een kloof ontstaan tussen de patiënt en arts waarbij die laatste zich in een machtspositie bevindt. De kliniek en de artsenopleiding vormen daarbij mee het middel waardoor die machtspositie in stand kan gehouden worden.

En zo zijn meteen ook de eerste zaden gelegd van Foucaults latere focus op macht. In deze eerste periode ligt zijn focus weliswaar nog op breuklijnen in het weten an sich maar in zijn besluit verduidelijkt hij hoe niet alleen het denken zelf maar ook de taal en de publieke en politieke ruimte hierdoor gewijzigd en beïnvloed worden. In het besluit van Geboorte van de kliniek merkt hij op hoe de mens zichzelf tot een object maakt dat zichzelf kan bestuderen. En hoewel de verschuiving van de universiteit (het abstracte denken) naar de kliniek (de toegepaste behandeling) en de ziekte als meer dan een reeks symptomen los van het individu als een positieve omwenteling kunnen gezien worden, ziet Foucault dit niet zo. Daarvoor is de medische blik te afstandelijk en creëert ze een ongelijke machtsverhouding.

Geboorte van de kliniek is net als de meeste van Foucaults (oudere) publicaties geen eenvoudig werk, en er kan met recht en rede heel wat afgedongen worden op hoe hij zijn onderzoek uitvoert en stellingen onderbouwt. Maar tezelfdertijd kan niet voorbijgegaan worden aan het feit dat zijn visie op de medische blik wel degelijk zijn waarde heeft en dat men zelfs in artsenopleidingen hier aandacht aan besteedt. Ondanks zijn gebreken is Geboorte van de kliniek dan ook een werk dat zijn plaats in de ideeëngeschiedenis meer dan verdiend heeft en een uitstekend werk voor iedereen die meer wil weten over het ontstaan van de medische blik.

8
Boom

recent

The Apprentice

Ali Abbasi is een regisseur die voor het eerst...

Godspeed You! Black Emperor

16 oktober 2024Ancienne Belgique, Brussel

28 340 Palestijnen waren er gedood in Gaza toen...

Floating Points :: Cascade

Help! We hebben al een paar weken amper stilgezeten....

Julie Zwijgt

In Julie Zwijgt speelt Leonardo Van Dijl een dubbelspel...

Jazz Brak :: Autofocus

Amper anderhalf jaar na zijn debuut bevestigt Jazz Brak...

aanraders

Mary Beard :: Keizer van Rome

Hoewel de Britse classica Mary Beard naast haar academisch...

Matias Faldbakken :: Stakker

In Noorwegen is Matias Faldbakken al lang geen onbekende...

Amélie Nothomb :: Psychopompos

Met ruim dertig novelles op haar naam, eentje per...

verwant

Michel Foucault :: De woorden en de dingen

De Franse filosoof Michel Foucault (1926-1984) is vooral bekend...

Michel Foucault :: Geschiedenis van de seksualiteit I-III

Weinig naoorlogse filosofen hebben zozeer hun stempel gedrukt op...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in