Douglas Firs :: ”Je eigen verhaal is ondergeschikt aan de song”

Treurde Gertjan Van Hellemont op Heart Of A Mother nog om het verscheiden van zijn moeder, dan richt hij op de vijfde Douglas Firsplaat het hoofd weer op. Happy Pt. 2, dus: rechtkrabbelen en weer doorgaan. “En nu kijken we weer vooruit.”

enola: Toen ik je vroeg wat je na Heart Of A Mother wilde doen, zei je: ‘een week lang met mijn band gaan kamperen op een heuvel in Zuid-Frankrijk, en zo een plaat opnemen met wat stevige nummers.’ Dat is weer niet gelukt, merk ik?

Gertjan Van Hellemont: “En toch is dat altijd mijn droom als ik aan een nieuw album begin. Omdat ik stiekem misschien een soort rockster wil zijn dat zo’n platen maakt. Maar dan begin ik te schrijven, en merk ik dat het toch allemaal weer wat meer overpeinzend en melancholisch is wat ik schrijf, en dus niet geschikt om live met de band in elkaar te gaan rocken. Met “Magazine” had het misschien gepast, maar andere nummers vroegen toch eerder om studiowerk en strijkers. Maar ooit doe ik het wel, het idee is te cool. En ach, hoe langer ik dat uitstel, hoe beter de band wordt. We spelen almaar langer samen.”

“Ik probeer het niet te veel te sturen als ik schrijf, ik probeer niets te forceren. Ik daag mezelf wel wat uit om iets anders te doen, maar tegelijk zit er ook iets waardevols in je eigen stem vinden. En nummers als “I Miss You” of “Just Get It Right” zijn nu eenmaal de stijl die het dichtste bij me ligt. Fun hebben met een groep muzikanten vind ik ook heel leuk, maar komt iets minder natuurlijk.”

enola: De titel, Happy Pt. 2, spelt in mijn ogen: er was een programma.

Van Hellemont: “Eigenlijk zou de plaat “We Don’t Have To Talk About It” heten, naar het nummer. Dat idee sprak me immers wel aan. Als er iets ergs gebeurt, heb ik niet de neiging om dat met mijn vrienden te gaan bespreken, maar trek ik me terug hier op zolder, om met hen aan mijn muziek te werken. Je moet niet altijd praten om het er op een bepaalde manier toch over te hebben.”

“De plaat was al vergevorderd toen ik de foto van Lukas Turcksin vond met die titel (die nu de hoes is) en dat maakte iets anders los. “Happy Pt. 2″, heeft een soort ondertoon van ‘en nu kijken we vooruit’, in plaats van achteruit. Je mag jezelf blijdschap en geluk gunnen, maar het zal wel op een andere manier zijn.”

enola: Om E van Eels te citeren: ‘and maybe it’s time to live.’ Voelt het dan als een bewust afsluiten van de periode dat je om je moeder rouwde?

Van Hellemont: “Dat denk ik wel, maar tegelijk geeft dat ‘Pt 2′ me de kans om het niet los te laten, en er nog naar te verwijzen. Zoals in “I Miss You”, bijvoorbeeld. Want het is een zoektocht geweest om vreugde terug te vinden. Soms als ik vrolijk was, kon ik me ook intens schuldig voelen, want er ontbrak iemand in de verhalen. Maar door het nu als Deel Twee te zien, kan ik dat wel plaatsen.”

“Verdriet is zo’n gek beestje. En ik denk niet dat rouw ooit echt stopt, dat is voor het leven. Er zijn altijd weer momenten dat er een herinnering binnenvalt. Maar doordat ik muziek maakte – waar ik altijd wel iets in kwijt kan – kon ik al vrij snel toch iets van vreugde terug vinden. Zij het dan met dat schuldgevoel. Ik heb het geduld niet om daar hulp bij te zoeken, om dat soort gevoelens te leren kanaliseren. Dus het is soms nog wat chaos in mij; alles door elkaar.”

enola: Zie jij een overkoepelend thema in de plaat?

Van Hellemont: “Ja. Ik denk iets rond geluk terugvinden. Je positie opnieuw zoeken. Dat soort gedachten. En het vieren van de liefde; dat ook. Ik had al eens gezongen over een Hannah, over een Judy en een Caroline. Jolien, mijn vriendin, zat te wachten op een liedje dat ook eens over haar ging. We zijn ondertussen immers meer dan tien jaar samen, het mocht wel eens komen. Ik heb er meteen een paar geschreven. Ze is blij.”

enola: Dan ga je zitten, en beslis je: ‘En nu ga ik eindelijk over haar schrijven’?

Van Hellemont: (lacht) “”Dan ben ik er van af.” Neen, ik vond het een mooi idee, maar het moest wel vanzelf gebeuren. Zo had ik de melodie van “Back To That Day”, en voor ik het wist rolde die tekst over onze eerste ontmoeting er in. Dat was heel eerlijk. En omgekeerd was “It Isn’t Me” bedoeld als liefdesliedje voor Jolien, maar heb ik dat kapotgemaakt omdat het nummer er beter van werd. Het werd een nummer over uit elkaar te gaan. Tja, je eigen verhaal is ondergeschikt aan de song. Het werkte te goed op die manier; die melodie heeft immers iets heel rustigs, troostend, maar de boodschap is heel hard.”

Overgekochte Hongaren

enola: Had je muzikaal voornemens of wilde plannen?

Van Hellemont: “Ik wilde vooral niet hetzelfde album maken als een van de vorige. Ik vind het een raar idee dat dit al mijn vijfde plaat is, maar het is wel zo, en dus ben ik beginnen zoeken naar wat ik nog kon doen. Het was een geluk dat ik hier nu mijn eigen studio heb, waar ik daar de tijd voor kon nemen. Ik heb van alles geprobeerd, en en cours de route kwamen toch enkele instrumenten naar voor die de boel een richting gaven: de pedal steel en de saxofoon. Daar kon ik heel gelaagd mee werken; ze kleuren heel mooi bij elkaar.”

“Via Hannes De Maeyer kreeg ik de kans om eindelijk ook eens met een echt orkest te werken. Hij componeert soundtracks voor films en Netflix-series, en heeft elke maand een sessie met The Budapest Art Orchestra. Dat gaat dan via videoverbinding. Hij stuurt zijn muziek door, zij lezen die van blad, en spelen precies wat hij in z’n hoofd had. Ik speelde al langer met het idee om eens strijkers te gebruiken, wat natuurlijk duur is. “Misschien zou ik een strijkerskwartet nog net kunnen betalen”, dacht ik, of moest ik het met samples bij elkaar gaan puzzelen tot een orkest. Eigenlijk had ik alles zo al min of meer klaar, toen ik van Hannes hoorde dat hij te weinig muziek had geschreven voor zijn volgende sessie. Ik heb toen één uur met die Hongaren van hem overgekocht, Wietse Meys schreef de arrangementen, en zo werd dat plots haalbaar. Heel cool om plots met zo’n volledig orkest in een mooie studio in contact te staan.”

enola: Voor de mixing trok je opnieuw naar Kevin Ratterman, die nu in Los Angeles woont.

Van Hellemont: “Het is de derde keer dat ik met hem werk. De eerste keer was in Louisville, Kentucky, de tweede keer was online door COVID. En nu was hij verhuisd naar de andere kant van de States; een goed excuus om op avontuur te trekken. Eerst zou de hele band trouwens meegaan, maar uiteindelijk werd het gewoon ik en mijn broer Sem (die piano speelt, nvdr.). Dat waren tien zalige dagen, waarbij Kevin nummers mixte, wij eropuit trokken, en bij het terugkomen had hij dan een voorstel.”

enola: Waarom wilde je per se weer met Kevin werken?

Van Hellemont: “Omdat hij meer doet dan mixen. Het is niet gewoon: alles mooi in balans zetten. Neen, hij geeft een song echt een gezicht. Daarom is hij zo goed. Hij maakt keuzes in onze plaats door soms héél veel af te zetten. Dan hebben wij twintig lagen opgenomen voor een bridge, en denkt hij: neen, het werkt beter als we het net omgekeerd doen. Hij twijfelt niet, gaat recht op zijn doel af. En dat bevalt me zo, dat ik voor elk album weer bij hem uitkom. Dan vraag ik me vooraf af of ik dat moet doen, maar dan maak ik mijn lijstje met potentiële mixers, zet ik zijn naam er toch voorzichtig weer tussen, en merk ik dat ik bij iedereen die ik er weer van afkruis “ja, maar Kevin gaat dat zoveel beter kunnen”. En eindig ik dus weer bij hem.”

“Hij maakt keuzes, en soms ben ik het daar niet mee eens, maar dan begint hij ook opnieuw. En wat ik ook mooi vind: een performance stopt bij hem niet bij de muzikant in de studio. Hij staat recht achter zijn mixing desk, gaat er al doende ook heel erg in op. Hij ziet dat ook als een performance die hij moet leveren om de energie er in te houden.”

enola: Voor welk nummer gaf je hem de richtlijn dat het moest klinken ‘als Neil Young, maar dan op een ruimteschip onderweg naar Mars’?

Van Hellemont: “De bridge in “Magazine”. Ik had er eerst een voorzien met zo’n typisch jaren zeventig gitaargeluid (omdat ik dat heel graag hoor), maar ik miste daar wat eigen smoel. En dan ben ik naar Senne Guns getrokken, die er met zijn synths op los ging. Bij het mixen hebben we dan alles van drums afgezet, en het opengetrokken. Met Kevins typische galm – die hij ook bij My Morning Jacket vaak gebruikte – werkte dat heel goed.”

enola: En als jij zoiets zegt, dan begrijpt Kevin wat je bedoelt.

Van Hellemont: “Beter. Vaak doet hij het al voor ik het vraag. Eigenlijk is dat een soort feest. Je zit daar in LA, je hebt een Ford Mustang gehuurd, en dan lieten we hem ’s ochtends doen terwijl wij naar Venice Beach of andere iconische plekken reden. En als we dan terugkwamen in de studio, had hij een soort cadeautje om open te maken. Hij gaat zitten, legt zijn versie van ons nummer op, en dan kon ik denken: “Yes, hij heeft het begrepen.” Daar kon ik heel diepe dankbaarheid over voelen.”

“Zo ziet hij ook zijn functie. Hij beseft dat wij naar hem komen met iets waar we twee jaar lang aan gewerkt hebben. Elk instrument is doordacht, en hij mag daar met de grove borstel door, om er een smoel aan te geven. Zes of zeven dagen zit hij even in onze wereld, en daarna begint hij weer aan iets nieuws. Iets waar andere mensen twee jaar aan gewerkt hebben. Je hebt er guts voor nodig om die job te doen, en op een week tijd te bepalen hoe dat werk zal klinken.”

enola: Je zei daarnet dat je nooit dezelfde plaat wil maken. Heb je nu, na deze vijfde, nog ideeën in je hoofd waar het heen kan?

Van Hellemont: “Het begint de volgende keer waarschijnlijk weer met die droom van mijn heuvel. (glimlacht) Ooit zal het er eens van komen, ik moet gewoon tien goeie rocksongs schrijven. En ik heb ook nog nooit een akoestische plaat gemaakt: gewoon ik, heel kaal. Dat lijkt me ook heel fijn om eens te onderzoeken. Tja, wat kán ik verder nog doen? Ik kan nog zoveel doen! En eigenlijk vind ik het ook oké als iemand binnen zijn sound nog eens een album opneemt. G Love maakt eigenlijk altijd dezelfde plaat, en daar ben ik ook blij mee dat die bestaat en zijn ding doet. Maar je hebt natuurlijk altijd een invalshoek nodig die het voor jezelf interessant genoeg maakt. Nu ik ouder word, merk ik dat dat bij mij dieper graven in de teksten wordt. Daar gaat de lat steeds hoger liggen.”

Op 5 oktober staat Douglas Firs met zijn band in de Ancienne Belgique.

V2
Excelsior
Beeld:
Francis Vanhee

recent

Een verschrikkelijk amorf wezen :: Het beste van de festivalzomer 2024

De wereld zou een betere plek zijn zonder de...

Strange Darling

De onopvallende Amerikaanse horrorfilm Strange Darling is duidelijk opgezet...

Damaged

Terry McDonough is een regisseur wiens hele achtergrond te...

Leffingeleuren 2024 :: Een ereburgerschap voor Neil Young

Zoals Oostende voor velen de terminus is van het...

Amélie Nothomb :: Psychopompos

Met ruim dertig novelles op haar naam, eentje per...

verwant

Douglas Firs :: ”Ik vraag me af hoe andere mensen dat doen, rouwen”

Gertjan Van Hellemont zou vader worden. Zijn moeder zou...

The Bony King Of Nowhere :: 30 april 2019, De Roma

The War On Drugs. Bruce Springsteen. Leonard Cohen. Bob...

Douglas firs

13 juli 2018Cactusfestival, Brugge

Cactusfestival vervolledigt zijn affiche

Met de komst van muzikaal globetrotter Témé Tan (14/07),...

Douglas Firs

14 april 2018Little Waves Festival, Genk

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in