Leffingeleuren 2024 :: Een ereburgerschap voor Neil Young

,

Zondag 15 september :: Drie pinten richting plafond

Zeiden we dat het gisteren dorpsfeest was? Neen? In dat geval: vandaag dubbelt Leffingeleuren als plaatselijke jaarmarkt. Buiten de kerk, rond de zalen en tenten, wemelt het van de locals en vooral kinderen. Uitdaging: hoeveel onschuldige zieltjes kunnen we vandaag verdoemen?

Laat ze vooral niet binnen in De Zwerver, want daar begint het met de ongedurige polsslang van drummer Cas Kinnaer, waarna de onrust verschuift naar de zangeres. “Come closer”, kreunt ze, en dat moet ILA maar één keer vragen. Ook vandaag is het kwartet rond Ilayda Cicek weer héél erg goed. Langzaam laat de Kempische band een ingetogen begin ontsporen. De baslijn die “The Sun” in de fik zet is een eerste keer uithalen. Het zal een gewoonte worden; de kleine Geelse heeft de strot niet voor zachtjes fluisteren, en dat doet ze dan ook niet. Het “LOVE ME” waarop “Live To Love” doodloopt is rauw en intens, doet een bijna té gulzig graag zien vermoeden.

Maar zo, en niet anders, is het. “I’d do it al again”, klinkt het verderop, en dus wordt resoluut verder geploegd. Het Turks gezongen “Ben Anlaman” hamert, dan is er het stuwende “Home” dat eindigt in een verschroeiende gitaarstorm. Afsluiter “Leave Me Dry” wordt afgeleverd als de klassieker die het nu al is. Zelfs al zou ILA – god verhoede! – er voortijdig het bijltje bij neerleggen, dan nog hebben we voor altijd dit nummer. Dat heet: onsterfelijkheid.

Van daar terechtkomen in de braderiesfeer onder de kerk is bruut. En ook de verstilling van Tapir! is niet wat een mens nú nodig heeft. Terug naar het Zwerver Café dus, waar Great Gable Britpop van sub-Bluetonesniveau brengt. Soms heeft Alex Whiteman een mooie uithaal in de strot zitten, of hoor je een warmbloedig gitaartje, maar al bij al blijft dit te stapvoets, te braaf.

Dat is alvast niet het probleem van Ibibio Sound Machine, dat resoluut op uw dansspieren mikt. Dit is droog stotterende funk, met in Eno Williams een frontvrouw met minstens een klein Grace Jones-complex. Dat ze met die diva een mooie diepe alt deelt is toeval, de manier waarop na opener “Electricity” al meteen de traditionele mantel uitgaat om een nieuwe outfit te onthullen doet minstens een verwante theatraliteit vermoeden.

Dit klinkt meer als een traditionele funkband – Funkadelic! Parliament! – dan het elektronische geluid van de platen doet vermoeden. Dat krijgen we slechts op selecte momenten, zoals “Protection From Evil”, waarop de band alles stomend laat ontploffen, en gaat rollen als een machine. Een tweetal van u hobbelt lekker mee, en dat volstaat:”You are hot!”, roept Williams uit, “Do you want to come with us everywhere we go?” Vleiers.

Dingen met overtuiging mee naar de prijs voor luidste band van het festival: University, jonkies uit Manchester met een voorliefde voor emo, hardcore en vreemde songtitels, steevast op een A4’tje in de lucht gehouden door een in bivakmuts en KFC-petje gehulde videogamer. De poppunk op speed van “Post Malone” heeft gelukkig niets van doen met het geneuzel van de echte Posty, “History Of Iron Maiden pt. 2” (deel 1 mag vandaag niet meedoen) is een hyperkinetische uppercut van onnavolgbare gitaarriffs, razende drums en frontman Zak Bowker die zijn hele lijf binnenstebuiten lijkt te keren.

Toch is het niet per se het brute geweld dat deze band zo spannend maakt, maar vooral het wild kloppend hart dat er steevast doorheen bonkt. Er zit emotie in de agressie, en al versta je zelden wat Bowker gilt, het grijpt je op viscerale wijze bij de lurven. “Public disorder, public disorder!” schreeuwt hij in “Can’t Breathe”, maar het is moeilijk moshen op de constant van richting veranderende chaos van deze band, en dus blijft het publiek er maar braafjes bijstaan. Té braaf, misschien, want net als op Eurosonic trekt University er dik tien minuten te vroeg de stekker uit, en ergens lijkt dat onze eigen schuld. We beloven ons te herpakken op het herexamen, jongens.

Bon, heeft Don Grungeone ondertussen de sleutel van het dorp gekregen? Want hier is er anders nog één die een laudatio altijd kant-en-klaar op zak heeft. Dealt Dylan LeBlanc dus nog geen beetje in warmhartige americana met Neil Youngiaans gitaarspel? U had dat machtig “Easy Way Out” moeten horen. Een nummer verder beseffen we dan weer dat we Tom Petty bij leven nooit genoeg naar waarde hebben geschat – het is iets in LeBlancs stem. Wanneer hij vervolgens “Cautionary Tale” extreem langdradig, gitaarpielend uitbouwt tot een epos van vijftien minuten gaat een truckersvrouw voor ons uit haar dak: ‘one more solo!’ We begrijpen haar. Eén zo’n nummer en je bent ook alweer acht afritten verder; schiet wel op.

En dan krijgen we McLusky does Leffinge, deel twee. Twaalf jaar geleden stond de groep hier al eens, en ook toen al betrof het een reünieconcert. “Fuck This Band” begint het deze keer, en dat is zowel een klassieker uit legendarische plaat McLuscky Do Dallas als een attitude. Want hoe goed is een groep nog als beide zangers elk om beurten hun plekje moeten krijgen? Best goed, zo blijkt, maar ook vermoeiend. Vooral Andrew Falkous verliest zich in afgezaagd jaren-negentigsarcasme stijl “voor wie nog nooit een groep met humor heeft gezien; die laatste opmerking was een grap”. Verder geen klachten over de songtitels. “Without MSG I Am Nothing” zal elke liefhebber van de Aziatische keuken beamen, “Unpopular Parts Of A Pig” is een terechte ode aan wie meer dan de kotelet eert.

Klinkt het ook goed? Vanzelfsprekend. “The Deeper You Dig” heeft een donderende groove, het nieuwe “People Person” laat horen dat de groep ook nu nog niet uitverteld is. Meer sarcasme: “thank you for pretending to like the new songs. We will now procede to the classics”. Gejuich volgt bij de intro van “Cops And Coppers” – vanzelfsprekend. Dit blijft een vinnig bandje.

We grabbelen een ovenkoek met dikke plakken ham van de barbecue mee – alweer zo’n festivalvoedsel dat u niet op Pukkelpop of Werchter zult vinden – en besparen u een verder verslag van Deeper dat alle goeie referenties uit het festivalboekje – The Cure! Gang Of Four! Devo! Hot Hot Heat, euh… – verknalde door daar onuitstaanbare emo-zang over te gooien. Minder erg, maar vooral grappig: de tekst “loboto-me, loboto-you” bij countryman Blue Gene op die Busker Stage waar een mens om één of andere reden altijd weer eindigt. En dan sukkelen we toch weer het Zwerver Café in.

Want waar ziet men anders Braziliaanse eggpunk? Geen idee wat het betekent, mijnheer, maar Cool Sorcery is nauwelijks afgetrapt of er knallen meteen drie pinten richting plafond. En dat is dus het begin. Noem dit gewoon wat het is: van de beste psychedelische garagerock, die zijn hand niet omdraait om “Riders On The Storm” aan mach 3 door de mixer te draaien, smeekt om het soort wilde moshpit waar je al eens hard botsend tegen de kant belandt.

Dit is het soort optreden waarna je de plaat koopt. Niet omdat je die nummers per se nog eens wil horen – dat kan wel, maar pas een beetje op uw salontafel – maar voor de herinnering aan deze éne, heerlijke avond. Ze hebben overigens een nummer “Alien Skate-Off!!!”, uitroeptekens incluis, waarvan ik bij God niet weet of ze het gespeeld hebben, maar ik wil dat u minstens één keer die titel hebt gelezen. Cool Sorcery blijft gewoon spelen, gaat zwaar over tijd, maar niemand die daar om maalt. Het is nog vijfendertig minuten tot de headliner, en hierna moet het podium sowieso hersteld, dus who cares?

We weten het, schrijven over outfits van zangeressen is zó jaren negentig, maar op een festival waar het stikt van de indie- en postpunkjongens in jeans en bandshirt, is Hannah Merrick, frontvrouw van King Hannah, zo’n wondermooie uitzondering, dat zwijgen geen optie is. Zoals ze daar staat te blinken in haar rode flamencojurk met Adidassen eronder, ongenaakbaar en breekbaar tegelijk, trekt ze alle ogen naar zich toe, terwijl ze met haar gortdroge delivery elk klein verhaal tot iets groots weet te kneden. In “Milk Boy (I Love You)” kijkt ze naar een jongetje dat door zijn vader met een hamer bedreigd wordt: ze grijpt niet in, maar observeert, net als in het slepende “The Mattress”, over, jawel, een drijvende matras. Koel, afstandelijk, maar als zij vertelt, dan luister je.

Bijna zou je durven vergeten dat in Merricks schaduw gitarist Craig Whittle alles kapot staat te spelen, met die meesterlijk opgebouwde gitaaruitbarstingen waarop hij een patent lijkt te hebben. Bruut rammen is zijn ding niet, Whittle neemt uitgebreid de tijd om alle hoeken van de songs te verkennen, tovert “Somewhere Near El Paso” om tot een epische tienminutenversie waarbij Neil Young – hij weer! – duimen en vingers zou aflikken, terwijl het intense “Suddenly Your Hand” de Craigste aller Craiggitaren meekrijgt: je zou het een trucje kunnen noemen, als het niet zo briljant gedaan was. Voor “Crème Brûlée”, het enige nummer van King Hannahs debuut-EP vanavond, stroopt hij zelfs letterlijk zijn mouwen op, grijnzend naar Merrick: hij weet wat er komt, en hij weet dat het fantastisch is.

Hier staat dan ook een band met bakken zelfvertrouwen te spelen, losser dan ooit, en vooral erg trots op de plaat die ze gemaakt hebben. Behalve “Crème Brûlée” en “Go-Kart Kid (Hell No!)” – het startpunt van een onnozele spelletje “hell yeah!”-roepen met het publiek – komt alles vandaag immers van Big Swimmer, en al vinden wij dat stiekem een beetje jammer, dit concert is wel het eerste waarin de band de magie van de King Hannah-platen ook live weet te pakken.

“Big Swimmer”, het nummer, mag het festival uitgeleide doen: Merrick laat zich van haar zachtste kant zien, Whittle mag nog maar eens de gitaarheld uithangen met een elvendertigste pakkende solo, en al hadden we gerust nog een uurtje extra willen luisteren, een mooier slot dan dit kon Leffingeleuren zich niet wensen.

Dit Leffingeleuren, dus, dat elke liefdesbrief verdient die het ooit in de bus vond. Dit Leffingeleuren, waar enola veel te laat voor het eerst neerstreek – al houdt fotograaf Tom het fort al jaren recht. Leve Leffingeleuren dus, want deze zevenenveertigste editie verdiende alle bloemetjes.

Volgend jaar terug? We zeggen geen neen.

Beeld:
Tom Leentjes

aanraders

verwant

Mclusky

15 september 2024Leffingeleuren, Leffinge

Tapir!

15 september 2024Leffingeleuren, Leffinge

Strand Of Oaks

14 september 2024Leffingeleuren, Leffinge

Snõõper

13 september 2024Leffingeleuren, Leffinge

Eindejaarslijstje 2021 van Jef De Ridder

2021 was voor mij een vreemd muzikaal jaar. Niet...

recent

Een verschrikkelijk amorf wezen :: Het beste van de festivalzomer 2024

De wereld zou een betere plek zijn zonder de...

Strange Darling

De onopvallende Amerikaanse horrorfilm Strange Darling is duidelijk opgezet...

Damaged

Terry McDonough is een regisseur wiens hele achtergrond te...

Amélie Nothomb :: Psychopompos

Met ruim dertig novelles op haar naam, eentje per...

King Hannah

15 september 2024Leffingeleuren, Leffinge

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in