Left Of The Dial 2024: Een feestje van angst en pijn

, , ,

Zaterdag 19 oktober: Een bus lachgas naast de kerk

Onze middagpret is op een terras zitten en de muzikanten spotten tussen de passanten. Pro-tip: het zit hem in het blikje bier in de hand dat ze uit de backstage meenamen. Maar een mens kan maar zo lang gezelschapsspellen spelen. Tijd voor muziek!

Dag Drie begint alweer op een boot – je zit in een havenstad of niet. En wie zijn tikkeneike in het ruim van de V11 zoekt, wéét dat het een bruut ontbijt wordt. Nerves toont zich immers als een rollende en ploegende machine, een stampende locomotief die traag en ongenadig walst. Noem het: noiserock.

Je hoort hoe Gilla Bandgitarist Daniel Fox hen als producer de zucht naar groove heeft aangepraat. Het is al eens log, het is sowieso zwaar, maar altijd blijft het swingend. In “Empty” speelt de band verschroeiend, gitaren zwalpend van de diepste dalen naar sonische pieken. “Leigue” zet je een paar keer op het verkeerde been, om daarna een vileine stoot tussen de ribben te verkopen. Noiserock op zijn venijnigst, dat hebben deze Ieren duidelijk van thuis meegekregen. De set eindigt tussen het publiek en badend in het zweet. Heeft die boot dus toch water gemaakt.

Het Bristolse drietal van Mould durft het aan om zichzelf muzikaal te vergelijken met Fugazi. Dat mag van ons, maar daar moet dan wel iets héél speciaals tegenover staan. Groot is de teleurstelling echter wanneer we merken dat deze kerels de muzikale blauwdruk van de Beste Band Die Ooit Heeft Rondgelopen verknoeit met weinig beklijvende teksten en een vederlicht laagje ironie. Geen wonder dat een producer van Wet Leg hier brood in zag, maar Mould mist de boosheid, de panache en de songs om zichzelf te vergelijken met punkroyalty.

Nog eens, omdat half niet genoeg was. En omdat eightiesklanken altijd beter werken in context, te weten tussen de videogames van de 160K Arcade Hall: “Wij zijn Gespuys. Heb maar plezier – of niet.” Blijkt dat Vierra Lanza in die eerste nummers wél vaagjes durft te zingen, en zo in haar frasering kwansuis blootgeeft hoe hard ze met de Spinviscollectie van haar vader is opgegroeid. “Glazen Ogen”, zo vertelt ze, is het eerste Gespuysnummer ooit. “Echt waar!” En terwijl Street Fighter flikkert op de achtergrond danst ze als een gebroken ledenpop op “Inter-Minus-Net”.

Nog maar eens “Berend Botje”, en hoe dat kinderlied tot raveklassieker wordt verbouwd. Dit is ongetwijfeld wat Left Of The Dial in zijn “Bands Bluntly Over-Simplified” bedoelde met “Dutch alt-pop to help you process your traumas while dancing”. Dit festival helpt bij alles.

We kunnen het niet laten, maar omdat ze vrijdag zo goed waren, pikken we ook een tweede rondje New Age Doom mee. Dit keer staat het tweetal in de kleine zweetbunker van Perron, en dat blijkt een uitstekende keuze te zijn geweest. De afgeladen volle zaal transformeert in een kolkende massa onder het ziedend gebeuk van de twee Canadezen, die aangevuurd door het enthousiasme nog wat extra megajoules energie uit hun instrumenten persen. Als klap op de vuurpijl springt Meryl Streek het podium op om een welgemikte hardcore-uppercut uit te delen; alles plat, iedereen kapot. New Age Doom gaat hier met de prijs voor strijdlust en vernielzucht lopen. Proficiat heren, en tot op Roadburn.

Duo De Doelen, nu, want in dat megalomane concertgebouw doen we er twee die overlappen. We steken onze neus binnen in Studio 1 voor Oh Boland, een band die weet wat feesten is. “Ik heb mijn stem gisteren aan gort geholpen. Vandaag ga ik me gedragen”, belooft Niall Murphy, en dat zijn band het klappen van de zweep geleerd heeft in het cafécircuit van West-Ierland verklaart zo, zó veel.

Dit is muziek voor tooghangers: classic rock en prettige rock-‘n-roll die met goesting wordt afgeleverd, op de rug van een eindeloos tourschema. “We don’t rehearse. I wouldn’t recommend rehearsing”, grijnst bassist Ross Hamer, en hij zet het heerlijke “Here Comes The Order Of Malta” in.

Blokje om, hoekje om, trap op: in De Doelen Up vinden we de ietwat overweldigde Ian Sweet die even niet meer weet waar ze het heeft met de geweldige ontvangst in deze Europese stad: beetje tranen in de ogen. Dat krijg je natuurlijk in een set die de Amerikaanse zelf omschrijft als “Sad Song Fun Song Sad Song”. “Smoking Again” is zo’n fijne, plezante popsong, “Clean” een trieste die mooi aanzwelt. Sweet heeft een aangename stem, haar liedjes zijn af. Voor we het weten zit de set er alweer op – dat krijg je als je pas halverwege binnenvalt, maar bij de naam Ian Sweet staat vanaf nu toch een klein merkteken: in de gaten te houden.

“Hi, we’re Naive Set. Of, hoi, wij zijn Naive Set.” Nope, geen Britten die een handjevol Nederlandse woorden uit het hoofd geleerd hebben, wel Amsterdammers met een Italiaanse Amerikaan aan het roer. Mikey Casalaina en zijn band knutselen al twaalf jaar op DIY-wijze aan hun carrière – naar Left Of The Dial-normen een eeuwigheid. Ze hadden ons daar verdorie wel van mogen verwittigen, want wat schudt Naive Set prachtige, charmant rammelende gitaarliedjes uit zijn mouw, schatplichtig aan indiehelden als The Feelies, Jonathan Richman of Real Estate, en in “Air Quotes” komt ook Lou Reed even hallo zeggen.

De perfecte janglepop van “American Flag” en “Like That” klinkt dan wel bedrieglijk eenvoudig, maar in elk nummer, en zéker in het lieflijk hobbelende “On And On”, hoor je Casalaina’s talent voor verpletterend mooie melodieën en gitaarlijntjes om van te smelten. We durven er geen geld op inzetten dat de grote doorbraak er voor Naive Set alsnog komt, maar het zou érg verdiend zijn.

Voor een festival dat zich voornamelijk op de kaart heeft gezet met indie, postpunk en garagerock, pakt Left Of The Dial dit jaar opmerkelijk vaak uit met een grote delegatie noise- en elektronica-acts. Groot-Brittanië heeft een prachtige stamboom van elektronische punk en noisegroepen (Nurse With Wound, Whitehouse en natuurlijk Throbbing Gritsle), maar die traditie is al een tijdje niet meer springlevend. Fijn dus om te horen dat op de Britse invasie van Rotterdam toch een paar onverlaten met laptops en een slecht gemoed zijn meegesmokkeld. Polevaulter uit Leeds bedient zich van dissonante samples, diepe beats en donderende basgitaar, en giet daar een serenade aan gortdroge en nihilistische teksten. Dat lijkt een geheid succesrecept, maar algauw blijkt die basgitaar maar één toon te hebben, de beats wat té plat te zijn en zanger Jon Franz zijn frontmankwaliteiten eerder tegen te vallen. Halverwege het optreden heerst het gevoel dat zowel de band als het publiek de muziek maar wat aan het herkauwen zijn, en zijn enkel nog de hardcore-wavers nog geïnvesteerd in de rest van de set.

Neen, dan doen streekgenoten Benefits het een pak beter. Het duo uit Middelsborough tapt uit hetzelfde muzikale vaatje als Polevaulter, maar voegt daar een stevige brok harsh noise en zelfs grindcore aan toe. Moet het dus gezegd dat de voor de gelegenheid tot concertzaal omgedoopte Waalse Kerk zich een bult schikt bij het helse kabaal dat uit de synths en samplers dendert? Gelukkig is het niet al bruut geweld dat we horen: er is ook plaats voor meer diepgaande en uitgepuurde composities met vervormde synths en complexe ritmestructuren die wat meer ruimte en rust geven, en zelfs op de heupen werken.

Minder complex dan weer is de ziedende voordracht van frontman Kingsley Hall. Zijn gitzwarte slam poetry verwoordt de woede, frustratie en (zelf)haat van een Engeland dat belogen, verraden en uitgeknepen is door Brexit, extreemrechts en jaren van Tory austerity. Hall meent elk woord dat hij zegt, maar weet ook hoe hij een publiek moet inpakken. Wanneer het pikzwart cynisme van “Traitors” in zinnen als “We get the future you deserve” vanop de kansel wordt gedeclameerd, is het alsof de duivel zelf je staat uit te dagen. Benefits laat ons hopeloos, verbouwereerd en platgeslagen achter. De volgende ochtend vinden we in het passeren een grote achtergelaten bus lachgas vlak naast de kerk, en kunnen we daar ergens wel begrip voor opbrengen.

Zullen we anders eens wat popmuziek zoeken? Liz Lawrence, bijvoorbeeld, die in de niet zo hete Sahara – dat is nog maar eens een danskeet met een flexijob, ja – zoiets brengt. Zowel “California Screaming” als “Saturated” zijn immers exact dat: meezingbare liedjes zonder franjes, of het zouden die aan de bizarre trui van de zangeres moeten zijn.

Dat laatste nummer is overigens echt een sterke popsong, met een behoorlijk eightiespatina in de synths, en Lawrence toont zich als een goeie zangeres. Het mist voor haar genre nog wat extra gloss, maar dat komt wel met een groeiend publiek. Tot nu kunnen wij gerust nog eens “No One” of het puike “Babies” op de radio horen zonder naar de dial te duiken – of ie nu left staat of niet.

Canned Pineapple stond niet bepaald op ons lijstje met must sees – die náám, jongens – maar planningen zijn er om van af te wijken, en dus bevinden we ons plots toch in de Salsability, waar een bende Britse melkmuilen met een bijzonder twijfelachtig gevoel voor stijl de tijd van hun leven staan te hebben. Het vijftal uit Brighton heeft allesbehalve het warm water uitgevonden, maar dat geeft niet: dit klinkt nu eens als vroege Beatles, dan weer als The La’s – vooral “She Says” is wel heel onsubtiel gaan stelen bij “There She Goes” – met een flinke portie Weezer bovenop, en dat alles gespeeld met een aanstekelijke jongehondenenergie waar het publiek behoorlijk wild van wordt.

Het is voor een keer geen moshmuziek, maar “Jessie Met Jane” en “Ain’t It Strange” zetten net zo goed de boel op stelten met hun vrolijke riffs en catchy refreintjes. De obligate sitdown tijdens “Rock And Roll Station” ontaardt in een chaotisch dansfeest, inclusief frontman Seán Drury die supermangewijs de zaal induikt, en de band heeft zichtbaar geen zin om na drie kwartier te stoppen met spelen. “I fucking love Left Of The Dial, I’m the happiest kid in the fucking candy store”: we snappen dat, Seán.

Het is zaterdagavond, 22.50u. en de zoektocht is ten einde. Moet wel, want het festival is zo goed als afgelopen, maar daar, bijna aan het gaatje, is er met Test Plan eindelijk een band waar we Later Meer van verwachten. “Heavy and groovy”, verkoopt het zichzelf, met de bedoeling om dat twijfelmoment tussen dansen en pogo te vatten op het ritme van een razend sissende hi-hat. Dat het meteen even misgaat met een haperend basdrumpedaal, deert niet: “blijven spelen”, gebaart drummer/bandleider Max Mason naar bassist Rory Dickinson en het is alsof er niets gebeurd is: “Signal” is de razende opener die het moet zijn.

Wat een plezier is Mason overigens om bezig te zien. Je merkt het speelplezier, het absolute meesterschap over zijn instrument, en daar, op dat kleine podium van Club Uniek bouwt hij mee aan een feestje van angst en pijn waarin “Teeth” een eerste uitschieter is. Je hoort hoe hij met zijn slagwerk de boel aandrijft, de rest in functie van dat woeste meppen en kloppen speelt. Hoewel: die pisnijdige gitaren van Michalis Fragkiadakis tijdens “So Bored At Your Squat Rave” versterken op sublieme wijze de mentale en fysieke walging die Mason uitbraakt over de situatie beschreven in de songtitel (“All these people smell like piss!”)

“Walking In A Vacuum” begint op een manier die aan het dreigendste van Talk Show doet denken, het door Dickinson gezongen “It’s Not Enough” drijft het geluid van de band tot het uiterste; confetti, applaus, uitgelaten reacties. En dus mag Test Plan een toemaatje pakken, want met een “sorry, we hebben geen andere nummers meer” wordt geen genoegen genomen. Nog eens “Teeth” dus, nog eens raggen. Alweer feest: Test Plan is de testfase voorbij.

En zo houden we aan Left Of The Dial dan toch een handjevol artiesten voor morgen over. Dat die verdomd vaak Nederlands, donker en doemerig zijn, geeft te denken. De wereld gaat nog altijd naar de kloten, maar we hebben er ten minste een soundtrack bij.

Het is iéts.

verwant

Ian Sweet :: Shapeshifter

Is er nog plaats voor een nieuw stel nozems...

recent

Waarom Wettelen?

Dimitri Verhulst is geen onbekende in het Belgische filmlandschap:...

La Nuée :: La Nuée

Drie jaar na zijn debuut staat Johannes Eimermachers collectief...

Blaudzun :: Latter Days

Johannes Sigmond, beter gekend onder zijn artiestennaam Blaudzun, is...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in