The Weather Station is ook maar een mens. Met de albumtitel van haar zevende, Humanhood, doet Tamara Lindeman, de singer-songwriter achter de Canadese band, geen moeite om te verbergen dat ze worstelt met de vraag wat dat mens-zijn nu eigenlijk betekent, in deze wereld die aan een rotvaart wie weet waarheen raast.
“This citizenship in this personal life, I guess / This citizenship in this history, in this moment in time / This fragile life, one of a generation that might end this world I guess / Nobody tells you how to bear this”, zingt ze in de titeltrack “Humanhood”. Die existentiële malaise lijkt niemand nog vreemd. Laat het maar aan The Weather Station, na bijna 20 jaar een goed op elkaar ingespeelde groep musician’s musicians, om vanuit dat gegeven een elegant en dartel maar tegelijk schichtig en ongrijpbaar album te maken.
Dat heeft alles te maken met de perfect uitgekiende instrumentatie en compositie, die altijd blijft verrassen met zijn soepele wendingen. Het stroomt, om een enkel woord te gebruiken. Het magistrale “Window”, bijvoorbeeld, doet met zijn sierlijk dartelende blazers (heerlijke composities van Karen Ng, over het hele album eigenlijk) als was het een vlucht zwaluwen dromen van de lente, terwijl één van de drumsporen als een zachte regenbui in de achtergrond klinkt. Wat betreft het gebruik van gelaagde instrumentale metaforen heeft The Weather Station zich als band hier echt wel overtroffen.
Elders hebben de melodieën en instrumentatie meer weg van het nieuwe leven dat Joni Mitchell het genre inblies met Court And Spark (1974) en The Hissing Of Summer Lawns (1975). Zo deelt Lindeman duidelijk Mitchells zin voor avontuur en experiment die in de hedendaagse scene zo vaak ontbreken: geen saaie folk om folk te zijn, dus. Vooral Kieran Adams’ zorgvuldige drumwerk – veelal meerdere lagen analoge en digitale loops – maakt alles spannend op een manier die alleen jazz voor elkaar krijgt. Het rusteloze “Mirror” start zonder veel franjes met een nukkig pianopatroon, tot een jazzy drumlijn aanspoort tot overgave, alsof die fluistert: doe iets, maar het is Lindemans stem die lichtjes onderkoeld antwoordt.
In vergelijking met Ignorance, het beste ijkpunt binnen het werk van The Weather Station, neemt die stem op Humanhood een veel nadrukkelijker plaats in. Nu beweegt Lindeman altijd behendig mee met de instrumentatie, waar ze eerder moeite leek te hebben met volgen. Dat maakt dat een song als “Neon Signs”, die meer aansluiting vindt met traditioneler werk van de band (zelfs doorbraak The Weather Station uit 2017 is hier niet zo gek veraf), niet breekt met de stroming die Humanhood draagt.
Voor beginners mag dit dan misschien niet het uitgelezen The Weather Station-album zijn (starten doe je hier in het midden, bij The Weather Station), je voelt wel aan alles dat dit een punt is waar The Weather Station als echte band bewust naar evolueerde. Dat maakt van Humanhood een geslaagd album dat de toon zet, zowel voor de toekomst van The Weather Station als voor wat mogelijk is voor het genre.
The Weather Station speelt op 3 maart in de Botanique.