n 2014 zorgde een combinatie van CGI en ‘motion capture’ technieken voor een door het publiek fel gesmaakte adaptatie van de avonturen van de door de Britse schrijver Michael Bond in 1958 gecreëerde gelijknamige beer. Regisseur Paul King bouwde dankzij de film en de sequel een carrière uit in Hollywood die hem een paar jaar later zelfs in de regiestoel liet belanden voor Wonka met Timothée Chalamet in de hoofdrol. King fungeert ditmaal nog als uitvoerend producent, maar keert niet terug voor het derde deel dat een verhaal is over de herkomst van Paddington en ditmaal in beeld gezet wordt door Dougal Wilson, tot nog toe vooral bekend als maker van promotiefilmpjes voor Apple en een paar videoclips.
Wilson en zijn scriptschrijvers konden natuurlijk rekenen op een pak goeie wil van het publiek en om daarvan verzekerd te blijven, worden de menselijke personages en acteurs uiteraard wel grotendeels behouden. Met de familie Brown erbij, trekt de sympathieke gepelsde held dus naar Peru, alwaar hij de verdwijning ontdekt van zijn tante Lucie die hem als kleine beer opvoedde. Er worden een paar nieuwe kleurrijke figuren toegevoegd, ingevuld door bekende namen als Olivia Colman en Antonio Banderas. Veel verandering in de formule moet u zich daar vooral niet bij voorstellen, Paddington in Peru brengt vooral meer van hetzelfde, waardoor het allemaal ook onvermijdelijk inboet aan frisheid en charme.
Nu hoeft herkenbaarheid niet noodzakelijk onoverkomelijk te zijn en zeker niet voor een franchise die uiteindelijk gebaseerd is op een reeks avontuurlijke kinderboeken. Het spreekt voor het script dat die origine in de toon van het geheel wel wat bewaard blijft, al wordt ze ook wel nodeloos aangedikt met soms minder geslaagde humor. Dit avontuur is op zijn best wanneer de absurde lichtheid ervan omarmd wordt en hier en daar wat leuke visuele invallen – Paddington die zijn paraplu opsteekt boven de kruinen van het Amazonewoud tijdens een storm – gecombineerd worden met knipogen voor de meer geoefende kijker: van The African Queen, Fitcarraldo, Aguirre der Zorn Gottes en The Sound of Music, tot Temple of Doom en het onvermijdelijke Raiders of the Lost Ark moment.
Af en toe doet het ons alles aanschouwen met een minnelijke glimlach, even vaak echter met rollende ogen. Er ontbreekt een beetje een echte ziel en regisseur Wilson is zeker geen naam om te onthouden, maar echt vreselijk kan je Paddington in Peru niet noemen. Bovendien is het ook zo dat in een tijdperk waarin kinder- en familiefilms al te vaak het hysterische equivalent zijn van een overdosis suiker, het best aangenaam is om zelfs een middelmatige film te zien die nog een beetje geeft om ritmiek en dosering.