Pothamus :: “Een publiek dat mee in trance gaat, dat is pure spiritualiteit”

Als er een Belgische metalband is die de laatste jaren indruk heeft gemaakt met een debuut, dan is het Pothamus wel. Michael Lombarts, Mattias M. Van Hulle en Sam Coussens hebben ook nu weer een bom van een plaat afgeleverd, vijf jaar na het alom geprezen Raya. Een uitgebreid gesprek over het Mechelse water, een gescheurd trommelvlies dankzij Swans en eindeloos filosoferen.

Het is een mistige, koude avond wanneer we naar Mechelen rijden om het metaltrio over hun nieuwste worp te spreken. In het repetitielokaal gelegen in de buitenrand van de stad komen Lombarts, Van Hulle en Coussens twee keer peer week samen om intensief te repeteren. Het is vijf jaar geleden dat we hen voor de eerste keer spraken, toen nog in coronatijden, dus het is ook vijf jaar geleden dat hun indrukwekkend debuut Raya verscheen.

Raya heeft alles veranderd voor ons: voordien was onze speelplek de vloer van een café voor 20 mensen, vandaag staan er twee uitverkochte AB Clubs op de planning naar aanleiding van Abur,” zegt Coussens (gitarist en zanger) wanneer we vragen naar de impact van die alom geprezen debuutplaat. “Voor een debuut hebben we er meer uitgehaald dan we hadden durven hopen. Afgelopen zomer stonden we op Alcatraz en Motocultor voor telkens 2.000 man te spelen. Dat er nu al veel aandacht is voor Abur, is ook door de impact van Raya.”

“Er zijn mensen die stukken van het artwork lieten tatoeëren, er zijn er die zeer persoonlijke dingen deelden over de impact van de muziek”, vult Van Hulle aan. “Het is goed om daar af en toe bij stil te staan, als je in een band zit. Soms stellen we ons de vraag hoe we het grootser en beter kunnen doen. Nu denk ik weer: what the fuck was dat al de voorbije vijf jaar?”

In het repetitielokaal zien we een kleine affiche van de releaseshow van Raya, getiteld Rites of Raya, hangen. Die allesomvattende avond vond plaats in april 2022 in de eeuwenoude Sint-Pieters-en-Pauluskerk in hartje Mechelen. “Ook dat was een hoogtepunt in ons bestaan. Die avond was voor veel mensen een terugkeer naar de optredens, na de covidperiode. Hun reacties waren vaak erg emotioneel, dat ging heel diep. Voor ons persoonlijk was het ook een intense ervaring aangezien we alles zelf organiseerden: die dag realiseerden we ons nog dat we geen aanvraag bij de stad hadden ingediend (lacht).”

Ook op het podium: gastmuzikanten zoals Stefan De Graef, bekend van de bevriende bands Psychonaut en Hippotraktor, die tevens een bijdrage leverde aan het nummer “Varos”. Lombarts: “De Mechelse connectie blijft voor ons zeker belangrijk. We zijn van Mechelen, wonen hier nog en repeteren hier. Het blijft de thuisstad.”

Zowel Hippotraktor, Psychonaut als Pothamus hebben de laatste jaren een steile opgang gemaakt in de metalscene. ‘Wat zit er in het Mechelse water?’, is dan de voorspelbare vraag. “Ik denk dat we elkaar hebben aangestoken en gestimuleerd met nieuwe muziek,” zegt Lombarts. “We begonnen op een gegeven moment naar dezelfde bands te luisteren zoals Amenra en Steak Number Eight. In de buurt van het militair domein hadden we allemaal samen onze repetitieplaats met onze toenmalige bands. Ook jeugdcentrum Metteko, waar Tarik Van Rompaey (nu programmator bij AB), optredens programmeerde, is daarin belangrijk geweest. Hij programmeerde vooral hardcore, en iedereen – hardcorefan of niet – ging daar naartoe omdat er altijd iets te doen was. Mattias stond zelfs achter de toog op die avonden, hij was een goeie vriend van Tarik. En kijk, vandaag producet Chiaran Verheyden onze platen, Viktor (Jacobs) is onze geluidsman en we werden bevriend met Iljen Put die telkens voor het artwork zorgt. En we spelen mee op elkaars platen.”

Vandaag zijn jullie met Pothamus gespecialiseerd in diepgaande, trance-opwekkende metal. Waar ligt jullie muzikale roots en hoe zijn jullie geëvolueerd naar de muziek die Pothamus vandaag maakt?

Van Hulle: “Mijn eerste liefde was black metal, ook een genre dat het van sfeer en gevoel moet hebben. Omdat ik de vibe op black metalshows na een tijdje nogal elitair vond, begon ik naar hardcoreshows te gaan. Er was altijd ambiance en iedereen had plezier. Maar ik ben altijd vooral aangetrokken gebleven door muziek die iets deed op emotioneel vlak, die mensen meetrekt in een soort universum. Toen ik Amenra twintig jaar geleden leerde kennen, was dat een openbaring.”

Coussens: “Ik ben begonnen met grungemuziek en leerde zo geleidelijk shoegaze, dreampop en coldwave kennen zoals DIIV, Slowdive, True Widow en recentelijk Midwife. Die genres inspireren me tot de dag van vandaag voor gitaarklank en vocale lijnen omdat ik graag op zoek ga naar melodieën. Wat het esoterische, spirituele betreft, heb ik van thuis Enya en Dead Can Dance meegekregen. Mattias en mijn moeder delen zo vreemd genoeg een muzikaal raakvlak met elkaar (lacht).”

Lombarts: “In het middelbaar was ik grote fan van klassieke bands zoals AC/DC, Led Zeppelin en Black Sabbath. Mijn eerste openbaring in het alternatievere genre was ongetwijfeld Blue Record van Baroness. Die plaat blijft voor mij een benchmark van een perfect gemaakt totaalwerk. Daarna heeft ook Spiderland van Slint mij heel hard beïnvloed. Vandaag is Slint samen met Godspeed You! Black Emperor en Swans de band die me blijft sturen en inspireren.”

Van Hulle: “Dankzij Michael leerden Sam en ik Swans kennen. Ik durf zelfs te zeggen dat dat een bepalend moment voor ons als band was: samen Swans zien op dunk!festival in 2017. Dat optreden was zodanig luid, dat mijn vriendin daar een gescheurd trommelvlies aan over hield. In die periode waren wij al de nummers van Raya aan het schrijven. Achteraf zeiden we tegen elkaar: dit is het, hier moeten we elementen uit halen om in onze muziek te introduceren.”

Over jullie schrijfproces zijn mij enkele dingen uit jullie studiodocumentaire bij gebleven: jullie schrijven altijd met drie en gooien gigantisch veel weg. Daarnaast vergelijken jullie het afwerkingsproces met beeldhouwen.

Coussens: “Onze uiteindelijke nummers zijn vaak op korte tijd geschreven, soms zelfs uit de lucht gegrepen. En inderdaad: we duiden dat graag, dat we altijd met ons drie muziek maken. Er is geen frontman, er is niet één iemand die de muziek maakt of met een basisidee afkomt. Iedereen heeft ook altijd suggesties voor elkaars bijdragen. En door het feit dat we een andere muzieksmaak hebben, wijken we ook van de paden af in het feedback geven aan elkaar, zoeken we altijd naar alternatieve manieren om onze songs te benaderen.”

Lombarts: “We vertrekken wel altijd uit een spontane, ruwe jam die heel lang is en daaruit halen we dan elementen of willen we bijvoorbeeld pas later de gitaar laten invallen. Het is soms zeer moeilijk om te reconstrueren bij welk nummer welke jam over blijft. Vaak komt dat door een collectief gevoel. In die zin is onze manier van songschrijven niet veranderd in vergelijking met Raya.”

Het moet gezegd: als het hard gaat blazen op Abur, gaat het écht hard. “Zhikarta” en “Savartuum Avur” zijn mokerslagen van nummers. In “De-Varium” en “Ikavus” zijn de drony elementen dan weer beter dan ooit uitgewerkt. Kortom, alles is nog beter uitgepuurd.

Van Hulle: “Dankjewel en dat klopt zeker, maar ik weet niet of dat een doelbewuste keuze was. Het is gewoon gebeurd. Na Raya hadden we wel een goed beeld van de passages op die plaat die het sterkst waren en die onze eigenheid het best definieerden. ‘Hoe kunnen we die facetten nog sterker uitpuren?’ was dan de vraag.”

Coussens: “Voor het schrijven van de nummers van Abur hebben we ook snel beslist om voor een album te gaan. We hebben daar redelijk snel naartoe gewerkt, over de volgorde nagedacht … Voor Pothamus krijgen de drum en bass ook steeds voorrang op de gitaarriffs, dat creëert ook al een eigenheid.”

Van Hulle: “Meer dan bij Raya hebben we nu gedacht vanuit een totaalconcept. Na de eerste nummers gingen we bewust op zoek naar de puzzelstukken die ontbraken.”

Coussens (richt zich naar de twee andere bandleden): “Kan je zeggen dat Raya een ensemble is van diverse ideeën en dat Abur opgebouwd is op onze sterktes?

Lombarts: “Ik vind dat we met Raya toch al een richting gekozen hebben en nu zijn we op alles dieper ingegaan. Zowel de rustige als de hardere stukken zijn intenser geworden daardoor.”

Sommige stukken in “Ykavus” doen me denken aan het meest atmosferische van Lankum. “Sigur Rós meets Wardruna en Heilung”, schreef iemand dan weer op YouTube. Zijn jullie bekend met die bands?

Van Hulle: “Uiteraard. Wardruna, Lankum en Heilung passeren hier thuis regelmatig op de muziekinstallatie, ook na de repetitie in ons kot. Sigur Rós net iets minder, maar ik apprecieer ze wel. Michael en ik zagen Lankum vorig jaar nog live in de AB. Ikzelf kwam die dag trouwens net thuis van een reis naar Ierland, een mooi toeval”.

En hoe verklaren jullie het succes van Lankum? Ik wil ze zeker niet op één hoop gooien, maar net als bijvoorbeeld Heilung grossieren zij in de meer duistere, niet gitaar gerichte muziek die veel inspiratie haalt uit de folk – een aanpak die ik ook hoor in “Ykavus”. Bovendien weten beide bands een ruim publiek te bereiken.

Van Hulle: “Goeie vraag. Ik denk dat er iets heel analoogs in hun muziek zit, iets heel menselijks. De blaasbalg-geluiden, de gezangen, de eenvoudige percussie, … het zijn organische geluiden die je bij wijze van spreken in de natuur kan tegenkomen. Dat is een schril contrast met de soms overgeproduceerde, digitale geluiden van bands met een heel strakke en gepolijste sound. Geen afbreuk aan die stijlkeuze, maar ik denk dat heel wat mensen op zoek zijn naar dat organische, dat natuurlijke. Naar een ervaring dat je naar iets luistert dat zo oud zou kunnen zijn dat het tijdloos wordt. Dat heeft een overstijgend effect: het trekt je los uit het hier en nu, en evoceert iets oerouds dat diep vanbinnen zit. Dat is alleszins wat we met Pothamus proberen te doen, en het is wat mij aantrekt in de bands die je noemde.”

Lombarts: “Als je kijkt naar de zijprojecten van de Lankum-leden, is het duidelijk dat ze muziek willen maken die ongepolijst en rauw is: black metal, obscure ambient, folk. Ook Lankum zelf is in feite echt niet de makkelijkste muziek, ze doen echt hun eigen ding door het gebruik van lange drones, dissonante tonen en veel herhaling. En toch trekt het een groot publiek aan. Er was ook een pakkend betoog voor Palestina tijdens de show in de AB. Dat maakt voor mij duidelijk dat ze dicht bij de mensen staan, op een bepaalde manier. Ze willen zich niet profileren als begiftigde artiesten, zeg maar, maar net als personen zoals jij en ik, die dezelfde menselijke zorgen delen als jij en ik. Volgens mij schuilt daarin ook een aantrekkingskracht.”

Nog een korte greep uit de YouTube-commentaren: “If Neurosis had Belgian kids”, las ik bij “Savartuum Avur”. En bij “Zhikarta”: “Pothamus schroeit het vet van onze ziel”. Wat doen die complimenten met jullie?

Coussens: “Het doet me niets (lacht). Nee, natuurlijk wel. Het is fijn om te lezen, maar het vissen naar leuke commentaren is zeker geen doel op zich voor ons.”

Van Hulle: “We zijn natuurlijk dankbaar voor zulke reacties. Maar tegelijkertijd maken we geen muziek voor de complimenten. Wel om diep te connecteren met anderen via een creatie die oprecht en authentiek is. En dat ervaar je pas op, of na, een optreden.”

Een nieuwigheid op Abur is het duaal zingen. Mattias, hoe ben je erop gekomen om ook vocale bijdragen te leveren?

Van Hulle: “Dat is heel spontaan gekomen. Ik wou eigenlijk al lang zingen, niet per se enkel in Pothamus, ook voor mijn ambientproject. En ik dacht: repetities zijn wel goede momenten om dat te proberen. Het eerste nummer waarop ik gezongen heb, is uiteindelijk “Ykavus” geworden. Omdat ik voor dat nummer aan het experimenteren was met de surpeti, schiep dat ineens mogelijkheden om te zingen.”

Coussens: “De zanglijnen pasten perfect en gingen spontaan omdat de passages niet zozeer op tekst maar op klank gericht waren. Vanaf dan was het zo: Mattias die zingt, het is nu een optie. Een stem is heel impactvol dus het was fantastisch dat we die mogelijkheid erbij hadden.”

Hoe komen jullie teksten en zanglijnen tot stand?

Van Hulle: “Sam creëert de zanglijnen tijdens het jammen, maar die zijn tekstueel op dat moment nog nonsens. Het zijn klanken, klinkers. Ze geven ritmisch en melodisch een sfeer mee en wanneer de structuur van het nummer er 90 procent ligt, schrijf ik die zanglijnen fonetisch uit en begin ik met het conceptuele luik. Tegen dan is ook de volgorde van de nummers bepaald. Ik probeer per nummer een idee uit te werken en elke zanglijn te voorzien van woorden en zinnen. Te voorzien van betekenis, zeg maar.”

Coussens: “De uitgewerkte teksten die ik terugkrijg, zie ik als een geschenk. Ik heb dan de eer om intelligente, verhalende en concrete ideeën te zingen en probeer Mattias zijn werk zoveel mogelijk eer aan te doen door mij de teksten eigen te maken en ze live zo goed mogelijk te brengen. Af en toe is dat een beetje afscheid nemen van de eerste versie enkel in klank, maar het eindresultaat ligt vaak ongelooflijk dicht bij het origineel. Voor Abur is het 100 procent van Mattias zijn tekst geworden en dat is nog mooier qua geheel. Dat je als zanger aan de slag moet met je eigen teksten, dat gaat voor Pothamus totaal niet op. Daar zit geen egokwestie. Ik vind dit net een heel mooie wisselwerking.”

Mattias, zijn je teksten en concepten voor Abur thematisch geëvolueerd in vergelijking met die voor Raya?

Van Hulle: “Ook tekstueel bouwen we voort op de ideeën die we met Raya probeerden te uiten. Ik weet natuurlijk zelf wat ik ermee wil zeggen en die worden ook besproken binnen de band. Tegelijkertijd wil ik daar ook een zekere mate van abstractheid in behouden zodat de luisteraar daar persoonlijke kanten mee uit kan. Niet uit een soort van intellectuele luiheid, maar om net de mogelijkheid tot verdieping en gelaagdheid te bieden. Ik verwijs vaak naar boeddhistische of esoterische concepten die op zichzelf al een veelheid aan interpretaties hebben. Ik vind het fijn dat je als lezer van de teksten zelf wat kan opzoeken en kan blijven duiken naar steeds diepere niveaus van betekenis. Ik besef dat niet iedereen die moeite zal nemen, maar dat is niet erg.”

Voor diegenen die jullie nog niet goed kennen: vertel nog eens iets meer over de teksten van Pothamus?

Van Hulle: “Het inhoudelijke luik van Pothamus is begonnen met de vraag wat we wilden vertellen. Ik zie mezelf meer als een zoekend persoon dan als iemand die al predikend een dogmatische waarheid wil verkondigen. Van die zoektocht hebben we ons ding gemaakt. Het ligt in mijn aard om vaak na te denken over de grote levensvragen, en we besteden ook best wat tijd aan het lezen of discussiëren over de filosofische kant van het leven. We vonden daarbij dat het gewicht van die thema’s paste bij de grootsheid en de oerklank in de muziek. Zo beslisten we om via de teksten en concepten te zoeken naar antwoorden op de tijdloze vragen in het leven. Het boeiende hieraan is dat dit nooit een afgesloten geheel is, noch kan zijn: wij veranderen als mensen continu, en de wereld evolueert zelf ook. Daarmee gerelateerd zijn ook onze interpretaties en antwoorden op die grote vragen systematisch in flux.”

Raya was meer geënt op een scheppingsverhaal, het was een kosmologie. Het nummer “Orath” vertelt het scheppingsverhaal van de aarde, het nummer “Viso” verwijst naar de mens die uit die aarde geboren is. Raya zelf is oerkracht, levensenergie, een soort primordiaal element dat alles laat groeien. De boeddhisten noemen het Ohm. Abur bouwt daar verder op en verwijst naar de totale verwevenheid van alles, hoe alles met elkaar vergroeid is en in connectie staat. Het levensweb, in feite. Elk nummer op Abur is een hoofdstuk in dat groter geheel.”

Jullie brachten voor drie singles telkens een prachtige clip uit, maar de meest in het oog springende is die voor “Zhikarta”. Daarin bouwt performer en kunstenaar Jaouad Alloul een cirkel van stenen in een woest landschap. Wat is de symboliek daarachter?

Lombarts: “De clip is mijn interpretatie van Mattias zijn concept voor het nummer. Ik had dat geïnterpreteerd als iemand die een orakel voor zichzelf maakt, de persoon zelf is op zoek naar antwoorden. Hij is een soort spirituele Sisyphusfiguur die constant de berg opgaat op zoek naar stenen en die gaat leggen. Het kunstwerk zelf is geïnspireerd op het werk van Richard Long, een van de grootste landartkunstenaars. Ik vond dat een mooi idee: iemand die in een desolaat landschap een werk maakt, alleen voor zichzelf, als een soort spirituele zoektocht.”

Van Hulle: “Een extra laag daarbij is dat Long door zijn werk bewust of onbewust vragen naar boven laat komen over onze relatie met de natuur. Dat zien we ook in de creaties van Will Beckers, die ons inspireerde voor de clip van “Ykavus”. Beckers vervlecht wilgentakken tot een bevreemdend orgaan dat heel natuurlijk aandoet maar waarbij je tegelijk de gedachte hebt dat het niet natuurlijk kon ontstaan. We hebben ooit de natuur benoemd en een naam gegeven, en daarmee hebben we meteen ook een dichotomie gecreëerd: wij als individu, en de natuur als achtergrond. Precies dat willen we met Abur nu in vraag stellen. We willen de natuur opnieuw interpreteren in zijn geheel, in zijn volledigheid. En wij als integraal onderdeel daarvan.”

Hoe zijn jullie op het idee gekomen om met een performer samen te werken?

Coussens: “Ik heb Jaouad leren kennen als gast in de podcast van mijn grafisch bureau waarin we telkens met een creatieveling in dialoog gaan. Oorspronkelijk wilde Michael een pure danser, maar bij Jaouad waren we meteen overtuigd omdat hij een veelzijdig kunstenaar is met enorm veel uitstraling. Nadat we het nummer en de uitleg hadden doorgestuurd, heeft hij vrijwel meteen toegehapt. Toevallig had hij via een andere podcast al kennisgemaakt met Colin van Amenra.”

Zijn er andere kunstvormen waar jullie van dromen om met Pothamus te creëren?

Van Hulle: “Als er eindeloze budgetten voor liveoptredens zouden zijn: graag een totaalbeleving met de volgende plaat. Een monumentale kunstinstallatie die je onderdompelt in het universum van Pothamus.”

Lombarts: “Als je mij een zak geld geeft, wil ik graag eens een langspeelfilm bij de plaat maken.”

Als laatste vraag heb ik nog een bijna onmogelijke om te beantwoorden: wat is het eindpunt voor jullie?

Coussens: “Pothamus is een plan dat over decennia gaat. Van bij het begin wilden we muziek schrijven die we binnen 10, 20 of zelfs 30 jaar nog willen spelen, zonder ons te schamen.”

Van Hulle: “Pothamus is een vehikel om de creatieve noodzaak waarmee we allemaal zitten te kunnen uiten. Dat zal mee evolueren met onze levens, en waar dat eindigt, is onmogelijk te zeggen. Ik hoop dat Pothamus nog heel lang kan meegaan.”

Coussens: “Er zijn weinig dingen die het leven zo kleuren als in een band spelen. Het is een levensstijl, we hebben onze andere levens ernaar gevormd om het te kunnen combineren. Dus we moeten er hoe dan ook op toezien dat we dit kunnen laten draaien zodat het duurzaam blijft.”

Van Hulle: “Voor mij is Pothamus ook een concrete reden om me te blijven verdiepen in filosofie en esoterie. En ook het samenspelen is en blijft een zeer krachtig gegeven. Iedereen die samen speelt in een band zal dat beamen. Het is zo’n transcendent gegeven om klanken die je zelf creëert te laten resoneren met de instrumenten van je beste vrienden. Dat geheel nog eens kan delen met een groot publiek, dat mee in een trance geraakt, is voor mij pure spiritualiteit. Het is een religieuze ervaring.”

Coussens: “Mocht een van ons straks in Amsterdam of zo gaan wonen, dan zou dat een ramp zijn voor de overblijvers.”

In april staat Pothamus op het grote Roadburn op nota bene dezelfde dag als Michael Gira; frontman van Swans die een lichtend voorbeeld voor hen allemaal is. “Dat is alleszins een eerste einddoel”, lachen ze. “We hebben al tegen onze boeker gegrapt dat alles hierna mooi meegenomen zal zijn.” De drie zijn alvast aan het dromen van curatorschap op het Tilburgse festival. Maar wat nu al zeker is, is dat 2025 opnieuw een goed, heel goed jaar zal zijn voor Pothamus.

Abur verschijnt op 14 februari via Pelagic Records.

Pelagic Records
Beeld:
Céline Gladiné

recent

Rabia

Cineaste Mareike Engelhardt heeft eigenlijk een achtergrond in dans...

Squid :: Cowards

Op hun derde album Cowards trekken de Britten van...

Stephen Fry :: Odyssee

Geen enkele sector is vrij van hypes. Waar geld...

Benjamin Booker :: Lower

Zeveneneenhalf jaar. In de muziekwereld is dat een eeuwigheid....

verwant

Rock Herk, dag twee :: muzikale Walibi

16 juli 2022Herk-de-Stad

Slechts een van de twee dagen gunnen we onszelf...

Pothamus

9 april 2022Sint-Pieters-en-Paulskerk, Mechelen

Het zijn duistere tijden, we moeten u daar geen...

Dunk! Festival 2021 :: Een klets, net voorbij het gezicht

Het gezellige postrockfestival Dunk! was vorig jaar een van...

De 20 beste platen van 2020

Als er een god bestaat, dan was hij in...

Pothamus :: Raya

Een van de beste (post)metalplaten van het jaar komt...
Vorig artikel
Volgend artikel

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in