Cineaste Mareike Engelhardt heeft eigenlijk een achtergrond in dans en chorografie, maar werkte via experimentele kortfilms en televisiewerk langzamerhand toe naar deze deels zelfgeschreven eerste langspeler. Na premières en zelfs een aantal prijzen op enkele kleinere festivals, haalt de film nu ook de Belgische bioscopen.
Thematisch ligt Rabia veraf van Engelhardts opleiding en eerste stappen in kortfilm: de plot draait om een jonge vrouw (Megan Northam) die samen met een vriendin naar Syrië trekt. Ze vindt daar een heel andere toekomst dan verwacht wanneer ze in de handen terechtkomt van de dame die het huis bestiert voor de toekomstige vrouwen van de strijders. Die vrouw wordt gespeeld door de gevierde actrice Lubna Azabal, vorig jaar nog geweldig in Maryam Touzani’s Le Bleu du Caftan. Azabal zet hier opnieuw een ijzersterke prestatie neer als de geslepen manipulatieve begeleidster die de nieuwe vrouwen moet kneden tot gewillige subjecten terwijl de televisieschermen in het huis eindeloos de jihad-propaganda tonen en er gejuicht wordt wanneer het kalifaat wordt uitgeroepen. De tegelijkertijd zalvende en bijtende manier waarop de vaak nog heel jonge vrouwen gecommodificeerd worden door de oudere dame en religie aangewend wordt om te onderwerpen, is een van de meest fascinerende en afschrikwekkende elementen van dit drama.
De film vat aanvankelijk redelijk goed de wat naïeve roes van de beide dames en de steeds nadrukkelijker confrontatie met de weinig fraaie realiteit. Vervoering omtrent een eerste trip met het vliegtuig verandert snel in onzekerheid en naderhand regelrechte terreur. Engelhardt heeft daarbij zeker gevoel voor de nodige visuele dramatiek: de eerste maal dat we de ‘madame’ te zien krijgen, is in een extreem long shot wanneer ze een slaapzaal binnenwandelt, een shot dat haar de ruimte laat domineren maar haar tegelijkertijd wel aan ons zicht onttrekt (wat op knappe manier terugkeert veel later in het verhaal). De woordeloze manier waarop ze de protagoniste vervolgens haar boek – kennis – afneemt, vormt een treffende voorafspiegeling van het lot dat komen gaat. De film heeft veelvuldig oog voor dat soort expressief drama en vertaalt dat ook in vaak mooi belichte statische tableaus waar onze ogen doorheen kunnen dwalen om de details op te nemen. Op die manier maakt Rabia ons ook deelgenoot van de langzame manier waarop doordringt wat er echt aan de hand is. Het spreekt voor Engelhardt dat ze raak gekozen beelden laat spreken en niet probeert om ons in de eerste plaats louter een geïllustreerd sociaal en cultureel lesje te spellen. In combinatie met sterk acteerwerk (naast Lubna Azabal is ook de rest van de cast bijzonder overtuigend) en een degelijk script, levert dat een bescheiden en sobere, maar over de hele lijn degelijke prent op.